Apple en de strafrechter. Over eenvoud in organiseren, beslissen en motiveren

door Rinus Otte op 27 november 2012

in Opinie,Uitgelicht

Print Friendly

Steve Jobs, de grote man achter het computerbedrijf Apple, was gebiologeerd door schoonheid, eenvoud, integratie van software en, hardware en het in eigen hand houden van de verkoopbaarheid van het product. Hoe kunnen deze principes inspiratie opleveren voor de organisatie van het strafproces?

De organisatie van het strafproces is complex en soms onnavolgbaar. Tig functionarissen organiseren het werk van de rechter, waarbij de fictie overeind wordt gehouden dat de strafrechter de koning van de rechtspraak is. De grote overhead per gerecht levert niet het beoogde rendement op: de uitval van strafzaken is hoog, de doorlooptijden van de strafzaken zijn beroerd en kosten van het Nederlandse strafproces worden hoger.

De vergelijking met Apple richt zich ook op de software en de verkoop van het recht. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak en de uitspraak van het vonnis zijn uit elkaar getrokken. Vrijwel elke strafzaak verloopt langs de volgende lijnen. Iedere procesdeelnemer weet dat de rechter het strafdossier heeft gelezen, maar vrijwel elke strafrechter houdt angstvallig zijn indrukken van de zaak verborgen. Zo niet, dan ligt wraking op de loer. Die indrukken worden bewaard tot het raadkameren met de collega’s, waarna de beslissing indringender dan vroeger wordt gemotiveerd. Aan deze werkwijze kleeft een bijzonderheid. Veel strafrechters spreken elkaar niet voor de zitting over de zaak. Men heeft van elkaar geen idee hoe eenieder de zaak ziet, hoe de behandeling gaat plaatsvinden, waar de zwakke plekken zitten, welke twijfels de andere rechters van de zaak hebben, etc. Bij het sluiten van het onderzoek ter zitting wordt aan de verdachte meegedeeld dat de uitspraak na veertien dagen is, maar dat hij daarvoor niet hoeft te komen. In het vonnis wordt wel kleur bekend en zet de rechter uiteen wat hij van het bewijs vindt en van de ernst van het misdrijf. Bij het uitspreken van de beslissing – door meestal andere rechters dan die de zaak hebben behandeld – is, zoals hem is meegegeven bij de sluiting van het onderzoek, zelden een verdachte aanwezig. Tenslotte komt het vonnis de verdachte zelden onder ogen omdat het niet aan hem wordt toegezonden. Meestal wordt er dus geschreven voor het archief en valt het met de normdemonstratie dus niet mee.
De persoonlijke sensatie van de kwaliteit van het product dat Apple tot in de perfectie in de hardware, software en presentatie nastreeft, verdampt in de rechtspraak door taaksplitsing en “mechanisering”. De kwaliteit van de rechtspraak is over de afgelopen decennia zeker verbeterd, maar wordt dat ook zo door de rechtzoekende en de verdachte in de rechtszaal gevoeld?

Wie de klassieke werkwijze van de strafrechter vergelijkt met een operatie springen direct bepaalde verschillen in het oog. Het lijkt uitgesloten dat de opererende (hoofd)chirurg niet van de collega’s in de operatiekamer weet hoe de onderlinge ideeën over diagnose en operationele aanpak luiden. Men kent elkaars snijtechnieken enz. De meeste rechters hebben geen beeld welke dogmatische instrumentenkist de collega’s benutten bij het bestuderen van het dossier. Wie een collega vraagt of hij het normatieve of het psychisch opzet aanhangt, zal vermoedelijk geen antwoord krijgen. De voorbereiding van de meeste strafzaken vindt op de klassieke wijze plaats, met een individuele voorbereiding door de rechter, een open-eind-behandeling ter zitting, een raadkamer met losse meningen en koppentellen, een conceptvonnis met veel schoonschrijverij voor het archief omdat niemand het leest. Daarmee is weinig sprake van een gezamenlijk ontwikkelde ambachtelijkheid. Soms bekruipt me wel eens de indruk van vernietiging van rechterlijk kapitaal. Hoe kunnen rechters meer zicht op elkaars werkwijze en aanpak in de concrete strafzaken krijgen, op een wijze die ten goede komt aan de terechtzitting en een directere band oplevert met de uitspraak van de zaak in aanwezigheid van de verdachte (analoog aan de Apple stores waarin Apple zeggenschap heeft over de verkoop van het eigen product)?

Waarom wordt er niet ruim voor de zitting beraadslaagd, waarbij de drie rechters en de griffier bijeenkomen om de dossiers collectief voor te bespreken? De week voor de zitting maakt de griffier het conceptvonnis, waarbij alvast de beslissingen waar men het over eens is, in concept worden opgenomen en uitgewerkt. Ter zitting kan de behandeling worden verdeeld onder de leden van de zittingscombinatie. De behandeling is karig en spitst zich toe op opheldering van onduidelijkheden en de uitwisseling van argumenten op punten waar het openbaar ministerie en de verdediging van mening verschillen. Na sluiting van het onderzoek wordt in raadkamer kort beraadslaagd over het requisitoir en pleidooi, en bezien in hoeverre de oorspronkelijke indrukken bijstelling behoeven, waarna zo mogelijk direct mondeling uitspraak wordt gedaan aan de hand van de voorlopige uitkomsten in het conceptvonnis. De verdachte is dan nog aanwezig en alle procespartijen horen meteen de beslissing van de rechter.

Kan vervolgens bij het vormgeven van het definitieve vonnis niet worden gestreefd naar een minimalistisch vonnis dat bij wijze van spreken op twee pagina’s past? Veel van de huidige motiveringsdrift, aangejaagd door de Hoge Raad, levert vooral een overvloed aan loze zinnen en lege overwegingen op. Het overtuigt noch beroert enige lezer of belanghebbende.
Het leidende motto wordt dan niet a la Apple “Think different”, maar “Less is more” of “Minder is Eenvoudiger en Overtuigender”. Rechtspreken is Beslissen luidt het klassieke motto dat helaas de laatste jaren gedevalueerd is door het tweede Beslissen is Motiveren. Motiveren van het onzegbare leidt tot schamelheid en uitgestelde of omfloerste beslissingen.

Het organisatieprincipe van Apple kan meerwaarde hebben voor ons strafproces indien de leden van een meervoudige strafkamer proberen meer zicht te krijgen op elkaars juridische vaardigheden, proberen een strafzaak gezamenlijk voor te bereiden, proberen de behandeling ter zitting indringender te laten zijn en in de zaken die zich daarvoor lenen direct uitspraak te doen. Directer en bondiger rechtspraak kan soms meer overtuigingskracht hebben dan de huidige versnippering van behandeling en uitspraak in lege zittingzalen.

Rinus Otte
Hoogleraar rechtspleging RUG en senior raadsheer Gerechtshof Arnhem

Leave a Comment

Vorige post: