DCSIMG

 

Cassatie in het belang der wet

Pagina-inhoud

Het belang van de cassatierechtspraak is niet alleen te vinden in de controle op de juiste toepassing van het recht in de gegeven zaak, maar ook in de vorming van nieuw recht. Wordt in een bepaalde zaak geen cassatieberoep ingesteld dan kan de Hoge Raad niet zelf oordelen over in die zaak door een lagere rechter beoordeelde rechtsvragen. Wanneer in zo’n geval het algemeen belang beantwoording van een rechtsvraag door de Hoge Raad wenselijk maakt, biedt de wet aan de procureur-generaal de mogelijkheid bij de Hoge Raad een cassatieberoep in het belang der wet in te stellen (art. 78 lid 1 Wet op de rechterlijke organisatie).

De procureur-generaal ontvangt jaarlijks tientallen verzoeken om dit buitengewoon rechtsmiddel aan te wenden. Vaak wordt een verzoek ingegeven door onvrede met een rechterlijke uitspraak. Verzoeken zijn afkomstig van o.a. het openbaar ministerie, andere gerechten, (semi-) overheidsinstellingen, bedrijven, burgers en advocaten. Wanneer de Hoge Raad een uitspraak als gevolg van een cassatie in het belang der wet vernietigt, brengt dit geen verandering in de rechten en de positie van partijen in de betreffende zaak, zoals deze in de vernietigde uitspraak zijn vastgelegd. Cassatie in het belang der wet heeft dus geen rechtsgevolgen voor de betrokken partijen.

In het algemeen zal de procureur-generaal het instellen van een vordering tot cassatie in het belang der wet slechts overwegen indien een voorgelegde kwestie een duidelijke, overzichtelijke rechtsvraag betreft waarover zich uiteenlopende rechtspraak ontwikkelt. Jaarlijks ziet de procureur-generaal slechts in een enkel geval aanleiding een vordering tot cassatie in het belang der wet bij de Hoge Raad in te dienen. In de jaarverslagen doet de procureur-generaal telkens verslag van zijn werkzaamheden op het gebied van cassatie in het belang der wet.

Commissie cassatie in het belang der wet

In het rapport van de commissie Hammerstein ‘Versterking van de cassatierechtspraak’, wordt voorgesteld te streven naar een ruimere toepassing van cassatie in het belang der wet. Dit wordt in het rapport als volgt toegelicht:

“De toegankelijkheid en tijdigheid van de cassatierechtspraak dienen voldoende te zijn gewaarborgd. Dit betekent dat in het bijzonder voor de civiele kamer voorzieningen moeten worden getroffen om te vermijden dat zaken met rechtsvragen waarvan aannemelijk is dat maatschappelijk behoefte bestaat aan een richtinggevende uitspraak van de Hoge Raad, de cassatierechter niet of niet tijdig bereiken. De commissie is van oordeel dat in dit licht aangewezen is te streven naar een ruimere toepassing van cassatie in het belang der wet. De taak om houvast te bieden voor de rechtspraktijk en om de kwaliteit van de rechtspleging te bevorderen zou hierdoor beter kunnen worden uitgeoefend.”

De procureur-generaal bij de Hoge Raad is geadviseerd met het oog hierop initiatieven te ontplooien.
De procureur-generaal bij de Hoge Raad, mr. J.W. Fokkens, heeft naar aanleiding van de aanbeveling van de commissie Hammerstein besloten te beginnen met een proefproject, dat in maart 2009 is gestart, ten behoeve van cassatie in het belang der wet in civiele zaken. Daartoe heeft hij een commissie ‘cassatie in het belang der wet’ ingesteld.  
De commissie bestaat uit:
mr. R.A.A. Duk, advocaat te Den Haag
mevr. mr. M.M. Olthof, vice-president gerechtshof Arnhem
prof. mr. C.E. du Perron, hoogleraar Universiteit van Amsterdam
mr. H. Logmans, gerechtsauditeur bij het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad (secretaris)
De commissie heeft tot taak te bezien op welke wijze een ruimere toepassing van het rechtsmiddel cassatie in het belang der wet kan worden bevorderd. Daarbij zou de commissie graag bekend worden met uitspraken in civiele zaken die zich eventueel zouden lenen voor een vordering tot cassatie in het belang der wet. De commissie is niet bevoegd kennis te nemen van uitspraken in strafzaken, fiscale zaken en bestuursrechtelijke zaken.
De commissie nodigt daarom een ieder uit, uitspraken onder de aandacht van de commissie te brengen die zich zouden lenen voor cassatie in het belang der wet, gelet op het belang van de rechtseenheid en/of de rechtsontwikkeling.

Een bericht kan worden gezonden aan de secretaris van de commissie cassatie in het belang der wet, mr. H. Logmans, Hoge Raad der Nederlanden, Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.

Het derde verslag van de commissie is hier te lezen.
Het tweede verslag van de commissie is hier te lezen.
Het eerste verslag van de commissie is hier te lezen.

Samenvattingen van de ingestelde vorderingen zijn hier te lezen.