Ruimer baan voor smartengeld bij inbreuken op fundamentele rechten?

Ruimer baan voor smartengeld bij inbreuken op fundamentele rechten?

Leed of verdriet komen in het schadevergoedingsrecht slechts in enkele, door de wet benoemde gevallen voor vergoeding in aanmerking. Wanneer de benadeelde niet is aangetast in zijn eer of goede naam en geen lichamelijk letsel heeft, is nodig dat hij 'op andere wijze in zijn persoon is aangetast'. Deze 'vangnetcategorie' wordt al jaren tamelijk strak beteugeld.
In zijn arrest van 15 maart 2019, dat draait om onrechtmatige daad vanwege een te zwaar detentieregime, bevestigde de Hoge Raad dat er twee routes zijn om binnen de vangnetbepaling tot smartengeld te komen: 'het op andere wijze in de persoon aangetast zijn vereist hetzij geestelijk letsel, dan wel een (zeer) ernstige normschending en gevolgen'. Interessant is vooral dat hij het geestelijk letsel-criterium niet meer formuleert als het 'uitgangspunt'. Sterker nog: de Hoge Raad stelt in dit nieuwe arrest het criterium van 'zeer ernstige normschending en gevolgen' op gelijke voet met het criterium van geestelijk letsel.