Uitleg begrip 'woning' van tijdelijke arbeidsmigranten in de bouw

Uitleg begrip 'woning' van tijdelijke arbeidsmigranten in de bouw

Deze zaak gaat over art. 55 van de CAO Bouwnijverheid. Daarin staat dat als het werk zo ver van de woning van de werknemer is gelegen dat dagelijks huiswaarts keren van de werknemer onredelijk zou zijn, de kosten van onder meer huisvesting voor rekening van de werkgever komen.
De FNV betoogde dat bij arbeidsmigranten in de bouw de ‘woning’ hun woonplaats in het land van herkomst is. Daardoor zou de werkgever gratis huisvesting in de buurt van de werkplaats moeten verzorgen. De werkgever vond dat ‘de woning’ van een arbeidsmigrant de plaats is van waaruit hij in Nederland zijn werkzaamheden verricht. De arbeidsmigrant moet daarom zelf voor die woning betalen. De Hoge Raad gaat daarin mee.