De betekenis van EHRM-rechtspraak over niet-ondervraagde getuigen

De betekenis van EHRM-rechtspraak over niet-ondervraagde getuigen

In 2017 heeft de Hoge Raad, mede onder verwijzing naar een uitspraak van het EHRM, geoordeeld dat de rechter, in het geval dat de bewezenverklaring naar zijn oordeel 'in beslissende mate' op een door een getuige afgelegde verklaring wordt gebaseerd terwijl een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om die getuige te ondervragen heeft ontbroken, ervan blijk dient te geven te hebben onderzocht of het ontbreken van die mogelijkheid in voldoende mate is gecompenseerd. Behoeft deze jurisprudentie van de Hoge Raad bijstelling?