De onverzorgd ogende digitale aangifte en het monster van Loch Ness

De onverzorgd ogende digitale aangifte en het monster van Loch Ness

De inspecteur heeft op grond van artikel 16 AWR ruime bevoegdheden om na te vorderen als blijkt dat aan de eerder vastgestelde primitieve aanslag toch het nodige schort. Om van die bevoegdheid gebruik te kunnen maken, moet de inspecteur beschikken over een nieuw feit, of moet de belastingplichtige te kwader trouw hebben gehandeld, of moet sprake zijn van een kenbare fout. Bij de beoordeling van de aanwezigheid van een nieuw feit rijst vaak de vraag of de aangifte een verzorgde indruk maakt. In dit blog gaat auteur in op het nut c.q. de noodzaak van het beantwoorden van die vraag.