Geen gevolgen voor niet geven van cautie op zitting | Regels voor oproepen van getuigen in fiscale zaak

Geen gevolgen voor niet geven van cautie op zitting | Regels voor oproepen van getuigen in fiscale zaak

De Hoge Raad oordeelt dat de cautie moet worden gedaan in alle gevallen waarin—anders dan schriftelijk—vragen worden gesteld die betrekking hebben op een bestuurlijke boete. Het hof had aan belanghebbende (een bv) moeten mededelen dat antwoorden niet verplicht was. De bv is echter door het achterwege blijven van de cautie niet in haar belangen geschaad.
De Hoge Raad geeft bovendien regels voor het oproepen van getuigen. Een door een partij naar een zitting meegebrachte getuige die tijdig bij de rechter en wederpartij is aangekondigd (artikel 8:60 Awb), moet in beginsel worden gehoord. Als een partij de rechter verzoekt getuigen op te roepen die niet ter zitting zijn verschenen, moet de rechter daarop beslissen. De rechter moet zo'n verzoek in beginsel honoreren als de verzoekende partij de getuige heeft aangekondigd en tevergeefs rechtsgeldig heeft opgeroepen.