Gevolgen van faillietverklaring van een procespartij

Gevolgen van faillietverklaring van een procespartij

De gevolgen van faillietverklaring van een procespartij worden geregeld in artikelen 25-29 Fw. De Hoge Raad overweegt dat aan het stelsel van artikelen 25, 27 en 28 Fw de gedachte ten grondslag ligt dat de wederpartij van de gefailleerde, in het geval de curator ervoor kiest buiten de procedure te blijven, een zekere bescherming van het risico op onverhaalbare proceskosten behoeft. Artikel 27 Fw ziet op procedures waarbij door de gefailleerde een rechtsvordering is ingesteld en artikel 28 Fw op procedures waarbij tegen de gefailleerde een rechtsvordering is ingesteld.
Een geval waarin vorderingen in eerste aanleg zijn toegewezen, de oorspronkelijke gedaagde tegen die toewijzing hoger beroep heeft ingesteld en de oorspronkelijke gedaagde, thans appellant, vervolgens hangende het hoger beroep failliet wordt verklaard, valt ook onder het bereik van artikel 28 Fw. Neemt de curator in zo'n geval de procedure niet over, dan kan, anders dan in de gevallen geregeld door artikel 27 Fw, geen ontslag van instantie worden verzocht—ook niet als de boedel in een concreet geval geen verhaal biedt voor de proceskosten.