Wanneer gaat een goed aan een ander 'toebehoren' in geval van huurkoop?

Wanneer gaat een goed aan een ander 'toebehoren' in geval van huurkoop?

De rechtsverhouding tussen verdachte en aangeefster met betrekking tot een paard is te kwalificeren als huurkoop, nu aangeefster na betaling van 48 maandelijkse termijnen eigenaresse zou worden van het dier. In deze beslissing ligt het oordeel van het hof besloten dat de verdachte—zoals zij ter terechtzitting in hoger beroep ook had gesteld—in de bewezenverklaarde periode nog wel de eigenaresse was van het paard, maar dat het paard haar desondanks niet langer 'toebehoorde' in de zin van artikel 321 Sr.
Dat oordeel is niet begrijpelijk, in aanmerking genomen dat de enkele omstandigheid dat de verdachte op grond van de veroordeling tot nakoming van de huurkoopovereenkomst gehouden was het paard aan de huurkoper af te geven, niet meebrengt dat het paard in deze zin aan de huurkoper 'toebehoorde'.