Een gemeente maakte plannen om een gebied te herontwikkelen waarin een horecagelegenheid en bedrijfswoning van twee eigenaren waren gevestigd. De gemeente startte onderhandelingen met hen voor de aankoop van de panden. De eigenaren schakelden een adviseur in om hen daarbij te begeleiden. Uiteindelijk deed de gemeente een eindbod van 180.000 euro. De adviseur accepteerde dat eindbod, maar stelde daarnaast dat er over 6 andere punten nog zou moeten worden onderhandeld. De gemeente gaf vervolgens aan dat kennelijk niet met het eindbod werd ingestemd, waardoor het als vervallen diende te worden beschouwd. Gevolg daarvan was dat de eigenaren later een veel lagere deal moesten accepteren.
De adviseur wordt aansprakelijk gehouden voor de schade, omdat deze er niet voor had gewaarschuwd dat een aanvaarding die afwijkt van een aanbod, geldt als een nieuw aanbod—en als verwerping van het oorspronkelijke aanbod. Zowel de rechtbank als het hof wezen de eisen van de eigenaren af. De Hoge Raad denkt er anders over.