Procesrechtelijke aspecten van de vordering benadeelde partij in het strafproces

Procesrechtelijke aspecten van de vordering benadeelde partij in het strafproces

In 2019 heeft de Hoge Raad een overzichtsarrest gewezen over de vordering benadeelde partij in strafzaken. Dit arrest roept vragen op als het om procesrechtelijke aspecten gaat. De Hoge Raad verwijst namelijk meermaals naar bepalingen uit het Rv, terwijl de praktijkjurist er veelal van uitging dat aan dit wetboek geen relevantie heeft in strafzaken. Welk wetboek gaat eigenlijk over de procesrechtelijke kant van de vordering benadeelde partij? Het Sv, het Rv, of allebei?