Hoge Raad brengt Nederlandse strafcassatiepraktijk in lijn met vereisten van artikel 14 IVBPR

Hoge Raad brengt Nederlandse strafcassatiepraktijk in lijn met vereisten van artikel 14 IVBPR

Voldoet de Nederlandse cassatiepraktijk in het algemeen — en de verkorte motivering door de Hoge Raad in het bijzonder — aan de vereisten van artikel 14 lid 5 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) in geval van een veroordeling in hoger beroep na een vrijspraak van de rechtbank? De Hoge Raad ziet aanleiding om deze zaken vaker af te doen met een meer op de concrete zaak toegesneden motivering, in plaats van een verkorte (standaard)motivering.