De vaste commissie voor Justitie2 heeft naar aanleiding van berichtgeving in het Financieele Dagblad over wetgeving op het gebied van de Algemene voorwaarden
de minister van Veiligheid en Justitie op 16 november 2010 een brief gestuurd.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft op 4 januari 2011 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van vaste commissie voor Justitie,
Kim van Dooren
BRIEF AAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Den Haag, 16 november 2010
Naar aanleiding van berichtgeving in het Financieele Dagblad3 over de wetgeving op het gebied van de algemene voorwaarden hebben de leden van de vaste commissie voor Justitie een aantal
vragen die zij aan u willen voorleggen.
Met het van kracht worden van de Wet elektronische akten4 is de tekst van artikel 6:234 BW volledig vernieuwd. Hierbij is de koppeling5 tussen de informatieplicht en de redelijke mogelijkheid tot kennisname voor de afnemer, die een half jaar eerder geïntroduceerd
werd bij de implementatie van de Dienstenrichtlijn6, geschrapt. Het verdwijnen van deze koppeling is tijdens de behandeling van het wetsvoorstel «Wet elektronische akten» niet
aan de orde geweest.
Deze leden vragen zich af of de koppeling doelbewust uit de wettekst is gehaald. Indien dat het geval is, kan de regering
deze keuze dan toelichten? Geldt nu nog steeds dat dienstverrichters kunnen volstaan met het plaatsen van algemene voorwaarden
op de eigen website?
Bent u van mening dat er rechtsonzekerheid is ontstaan in de praktijk door eind 2009 bovengenoemde koppeling op te nemen en
deze per juli 2010 te verwijderen? Bent u voornemens om met reparatiewetgeving te komen om de aldus ontstane rechtsonzekerheid
weg te nemen?
De leden van de vaste commissie voor Justitie zien met belangstelling uit naar uw reactie.
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,
R. H. van de Beeten
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 januari 2011
In reactie op de brief van 16 november jl. waarin de voorzitter van de vaste commissie voor Justitie vraagt om informatie
over de gevolgen van opeenvolgende wijzigingen van artikel 6:234 BW, bericht ik u als volgt.
Artikel 6:230b BW schrijft voor welke informatie, waaronder algemene voorwaarden, een dienstverlener moet verstrekken aan
een afnemer van een dienst. Artikel 6:230c BW beschrijft de wijze waarop hij aan die verplichting kan voldoen. Uit artikel
6:233 BW vloeit voort dat degene die algemene voorwaarden gebruikt, zijn wederpartij een redelijke mogelijkheid moet bieden
om kennis te nemen van die voorwaarden. Artikel 6:234 BW bepaalt vervolgens methoden van kennisgeving waarmee aan dit voorschrift
kan worden voldaan.
Bij de implementatie van de Dienstenrichtlijn in december 2009 is bepaald dat de dienstverlener op een aantal wijzen informatie,
waaronder algemene voorwaarden, aan de afnemer van de dienst ter beschikking kan stellen. Hiertoe werd artikel 6:234 BW uitgebreid
met een verwijzing naar het nieuwe artikel 6:230c BW. Artikel 6:230c BW omvat de mogelijkheid voor de dienstverlener om zijn
algemene voorwaarden via een (meegedeelde) website rechtsgeldig te verstrekken, ook aan afnemers waarmee niet elektronisch
wordt gecontracteerd.
Met de inwerkingtreding van de Wet elektronische akten per 1 juli 2010 is de tekst van artikel 6:234 BW gewijzigd. Het nieuwe
artikel 6:234 BW bepaalt dat de algemene voorwaarden van het contract op een zodanige wijze ter beschikking van de afnemer
moeten worden gesteld, dat hij deze kan opslaan en weergeven. Ook bepaalt het artikel dat de afnemer uitdrukkelijk moet hebben
ingestemd met elektronische terhandstelling van de voorwaarden.
Door de opeenvolgende aanpassingen is de verwijzing naar artikel 6:230c BW in artikel 6:234 BW weggevallen. Om te bewerkstelligen
dat de algemene voorwaarden kunnen worden aangeboden via een door de dienstverlener aangewezen website, zonder dat de uitdrukkelijke
instemming van de afnemer met die voorwaarden is vereist, zal de verwijzing naar artikel 6:230c BW in artikel 6:234 BW moeten
worden hersteld.
Tot het moment waarop dat is gerealiseerd, volgt uit artikel 6:234 BW dat een dienstverlener zijn algemene voorwaarden elektronisch
toegankelijk kan maken via een website. De wederpartij moet dan worden gevraagd of hij uitdrukkelijk instemt met de algemene
voorwaarden. Een wetsvoorstel waarmee artikel 6:234 BW wordt aangepast, gaat binnenkort in consultatie.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven