Ook rechter is machteloos tegen chicanerende staat
Eind vorig jaar geleden legde Barend Nagtegaal (78) uit Nes het moede hoofd in de schoot. Hij accepteerde na negentien jaar procederen een kleine schadevergoeding van de gemeente Ameland. Zijn beroepszaak, over een vergunning voor een concurrent, is in het bestuursrecht berucht. Het illustreert de machteloze bestuursrechter, de hardleerse overheid, de koppige burger, het uitzichtloze procederen en de ellende die eruit voortvloeit. In de Leeuwarder Courant vertelde hij zich uiteindelijk door iedereen tekort gedaan te voelen. Rechtspraak, overheid, verzekeraars, juristen, accountants.
Ook gezag van de Raad van State wordt aangetast door de crisis burger-overheid
En deze pomphouder won dus vrijwel al zijn procedures! Maar met eindeloos vertragen en chicaneren hield de gemeente de boot af. Dat kon ook, omdat niet de bestuursrechter het geschil beslist, maar de zaak terugwijst naar de overheid. Die mag opnieuw beslissen en dus weer weigeren, op nieuwe gronden. De bestuursrechter als adviseur dus.
Bij zijn afscheid als vicepresident van de Raad van State legde Herman Tjeenk Willink in de Volkskrant nog eens uit waarom dat een goede zaak is. Dogmatisch geheel juist zei hij dat de bestuursrechter alleen uitzoekt of de bestuursbeslissing rechtmatig is en goed gemotiveerd. Zo niet, dan mag de overheid in de herkansing. De bestuursrechter als juridische corrector van de overheid dus. Het gaat er niet om of de inhoud deugt maar of het netjes is opgeschreven. Dat de mondige burger met deze hands off benadering in toenemende mate moeite heeft, ziet Tjeenk Willink niet. Barend Nagtegaal had volgens hem zijn kritiek op de gemeente via de raad moeten uitvechten. Als de bestuursrechter zelf de beslissing zou nemen „dan zal de relatie tussen politiek en bestuur verder verbleken”.
Daar wordt ook anders over gedacht. Nationaal ombudsman Alex Brenninkmeijer vindt het klassieke argument dat de rechter niet op de stoel van het bestuur moet zitten, achterhaald. In het blad Mr. zei hij dat de bestuursrechter daardoor een „veel te gouvernementele opstelling” kiest, het recht „instrumenteel” benadert, waardoor (zelfs) diens onafhankelijkheid „problematisch” is. Over de Amelandse pomphouder merkte hij in deze krant op dat de burger zo’n juridische uitputtingsslag altijd verliest. Overheden kunnen „tot in het oneindige” doorgaan. „Veel mensen haken daarom al eerder af of gaan dood”.
In het jongste nummer van het Nederlands Juristenblad verbreedde hij die kritiek. Naar de Raad van State, de Rekenkamer en de bestuursrechter luistert de overheid ook steeds minder. Net als naar de Ombudsman – zijn jaarverslag wordt niet eens meer in de Kamer besproken, het kabinet geeft er geen reactie meer op. Bij zijn onderzoeken wordt hij door overheden ‘iets te gemakkelijk’ voorgelogen of weggestuurd. „Een enkele minister of Kamerlid verwaardigt zich om een ‘terug in je hok gesprek’ met mij aan te gaan.” Zijn conclusie is dat het politieke bestuur in Nederland steeds minder tegenspraak accepteert. Tegenstemmen en -krachten worden actief geweerd. Ook denktanks en adviseurs als de WRR, het SCP, CPB of De Nederlandse Bank merken dat, meent hij. De trias politica verandert in unitas politica. Het wordt hier dus ‘koekoek éénzang’ van de uitvoerende macht.
Ik had het wel op prijs gesteld als de scheidende vicepresident ook iets van dit besef bij zijn afscheid had laten doorschemeren. Hij is immers de kampioen van de instituten. De crisis burger-overheid raakt ook zijn Raad. Interessant is dat de lagere bestuursrechtspraak wél voluit ziet dat de burger niet meer is gediend met een recht- en bestuurspraktijk die conflicten met de burger over 19 jaar uitsmeert. Het gehele bestuursrecht wordt daarom de komende jaren ‘omgekat’ naar de zogeheten nieuwe zaaksbehandeling. Daarin staat voortaan het conflict centraal en niet meer alleen de vraag of de overheidsbeslissing rechtmatig was. De bestuursrechters gaan proberen om het ‘echte conflict’ boven tafel te krijgen – en dat ook op te lossen. Trefwoorden: maatwerk en definitieve geschilbeslechting. De lijdelijke bestuursrechter is dus wakker en gaat doen waar Brenninkmeijer voorstander van is. Net als andere rechters proberen om knopen door te hakken.
Eeuwig zonde dat Tjeenk Willink niet zag dat het afnemende gezag van de bestuursrechter ook aan zijn Raad van State vrat. Dat kon ook wel eens verklaren waarom het debat over de combinatie wetgevingsadvisering en hoogste bestuursrechtspraak bij de Raad vorig jaar weer oplaaide. De scheidende vicepresident zei daar in de Volkskrant „verbijsterd” over te zijn. Waarmee hij ongewild een perfecte illustratie van het probleem verbeeldde. Soms moet een instituut ook durven bewegen. Om legitiem te blijven.
zaterdag 4 februari 2012, 11:04 uur
Ik ben onlangs begonnen aan een zelfde soort van mogelijke marathon tegen de staat der nederlanden om zo ongeveer het heiligst huisje van gezondheidszorg aan te pakken de verplichte huisarts die in geen enkel land zo word misbruikt om tekortkomingen in de zorg te verhullen als hier.
Maar ik vraag me eigenlijk af of terugverwijzen naar de eerdere beslissingsnemer niet voor beroep vatbaar is immers ook dat is een beslissing van de recher en derhalve voor beroep bij een hoger orgaan vatbaar, lijkt mij, maar ik kan er naast zitten.
Gelukkig zijn er wel tekenen van verandering in zicht, maar hoe dat in de praktijk gaat, zullen we moeten afwachten.
zaterdag 4 februari 2012, 13:29 uur
Binnen mijn gehoors-ruimte liet een advocaat zich, in een onbewaakt ogenblik tegenover een confrater ontvallen dat de persoon van de rechter er toe doet hoe diens uitspraak uitvalt.
Al wat des mensen is, is m.i. ook een rechter niet vreemd. Vooral in een denkwereld/cultuur waar aan fictieve uitgangspunten een werkelijkheidswaarde worden toegekend, is het zeer moeilijk om de werkelijkheid – zonder veel omhaal met relativeringen, interpretaties en ongeloof – waar te nemen.
Daarnaast kent elke taal taboewoorden, euphemismen en woordinterpretaties om de werkelijkheden van een maatschappelijk/politiek wenselijk/aanvaardbaar jasje te voorzien.
In het artikel wordt gesproken over de “machteloosheid” van de bestuursrechter.
De vraag vooraf is m.i. of ons democratisch systeem, die in de praktijk als een duas politica systeem functioneert, wetgeving genereert dat de bestuurlijke macht in de praktijk onschendbaar maakt en wordt “verkocht” als rechtsbescherming van burgers.
De beantwoording van deze vraag gaat m.i. vóór de vaststelling van des rechters “machteloosheid”.
Tot slot terugkomend op hetgeen in de aanvang van deze bemerking werd vermeld, moet mij van het hart dat “machteloosheid” zeer betrekkelijk is vermits er rechterlijke instituties en organisaties zijn die gebruik kunnen van hun vrijheid van spreken om een open democratie te bevorderen.
Het functioneren van de Hoge Raad in de periode 1940-1945 moet m.i. geen voorbeeld zijn om het kleed van “machteloosheid” wederom te gebruiken bij ondemocratische ontwikkelingen en toestanden.
Pieter van Vollenhoven en de nationale ombudsman Brenninkmeijer demonstreren (m.i. meer dan Wilders) dat vrijheid van spreken nog een democratisch grondrecht is, dat m.i. sterk onder de druk van angst staat. Op deze plaats moet worden gezegd dat de rechterlijke uitspraak in de zaak Wilders de vrijheid van spreken nogmaals bevestigt.
De lotgevallen van de zogenaamde “klokkenluiders” demonstreren m.i. dat de rechtsbescherming van burgers bij een democratische duas politica regime duidelijke individuele burgeronvriendelijke voorkeuren kent.
a.zecha
zaterdag 4 februari 2012, 14:07 uur
Ik mag hopen dat de bestuursrechters nu eens een keer echt op dit soort zaken ingaat. Ikheb naar aanleiding van een door mij ingediende aanvraag voor een exploitatievergunning meer dan 1 jaar moeten wachten alvorens ik nu naar de bestuursrechter kon gaan. De burgemeester was vanaf het begin af al tegen een vergunning en heeft al het mogelijke én onmogelijke gedaan de beslistermijn te verlengen. Een door de ombudsman ingesteld onderzoek gaf als conclusie dat de gemeente moedwillig tegen zo’n beetje alle normen van behoorlijk bestuur in heeft gehandeld, inclusief fair play en rechtszekerheid. Daarnaast heeft de gemeente valse rapportages opgesteld die uiteindelijk de doorslag hebben gegeven bij de beoordeling door het Bureau Bibob om een negatief advies uit te brengen. De zaak ligt nu bij de bestuursrechter. Dat het besluit vernietigd zal worden, is wel zeker, alleen hoop ik dat deze bestuursrechter inderdaad ook “doorpakt” en inhoudelijk ingaat op het Bibob Advies.
Anders ben ik weer terug bij af en begint het spelletje van de gemeente weer van voor af aan. Het gekke is dat je zodra je als burger de wet overtreedt, meteen een fikse boete krijgt. Als de gemeente dit consequent en welbewust doet (zoals de ombudsman heeft geconcludeerd) is er helemaal geen sanctie mogelijk. Alleen een rechtszaak wegens onrechtmatige daad zou dan nog kunnen volgen, echter neemt dat weer veel geld en tijd in beslag. Iets dat de gemeente natuurlijk volop heeft, de burger meestal echter ontbreekt.
zaterdag 4 februari 2012, 18:55 uur
“De vraag vooraf is m.i. of ons democratisch systeem, die in de praktijk als een duas politica systeem functioneert, wetgeving genereert dat de bestuurlijke macht in de praktijk onschendbaar maakt en wordt “verkocht” als rechtsbescherming van burgers.”…
Dat is praktisch gezien het geval. Een procedure van de burger tegen de overheid begint al met 10-0 achterstand…
Het bestuursrecht is vooral zo geconstrueerd dat de burger het in de meeste gevallen aflegt tegen de overheid.
Procedurele regels zijn dan meestal de weg om de overheid buiten schot te houden en dan geen verantwoordelijkheid voor haar functioneren hoeft te nemen.
Mijn ervaring is dat zodra de overheid civiel rechterlijk tegen de burger moet procederen zij in dit geval wel vaak het onderspit moet delven. Dit om het verschil tussen de werking van het Bestuursrecht en het Civielrecht aan te geven…
Misschien wordt het vak van Bestuursrechter in de toekomst nog leuk…
zaterdag 4 februari 2012, 21:20 uur
In mijn leven (tot nu toe) 3 keer afgezien van doorgaan met procederen in belangrijke zaken, echt geen kattenpis of financieel gewin, aangezien ik knettergek werd van al het gedoe, het uitstellen, het wachten, het zelf maar één keer de kans krijgen om je verhaal -zonder haperen- in één keer juridisch en politiek correct te vertellen, benaderd worden en behandeld worden als verdachte en opgescheept worden met hun fouten en vertragingen waar je ook maar even begrip voor moet hebben.
Zo moest ik eens achteraf accoord gaan met een vertraging van 6 mnd -vanwege een rommeltje aan hun kant. Ik moest per kerende post toestemming geven anders zou het nadelige gevolgen kunnen hebben voor de uiteindelijke beslissing.
Telefonisch geprotesteerd, nul op request, maar ze zouden er nu echt snel werk van maken. Er was in die 6 mnd niets aan mijn geval gedaan ook al luidde de officiële reden dat er veel tijd was gaan zitten in het doen van nader onderzoek en opvragen van gegevens van derden, getuigen. Telefonisch wilden ze dat wél toegeven maar op papier niet.
De beslissing bleek wat ‘Haastig knip- en plakwerk van een stagiaire’ zoals ik het terecht noemde maar dat was niet netjes van mij natuurlijk.
In dat geval ging het om verkrachting door een hulpverlener en ik had ruim voldoende bewijzen, ook diagnoses (achteraf) van specialisten.
De ‘stagiaire’ kon echter opeens binnen 4 weken enkel en alleen aan mijn ingevulde formulieren zien dat ik me niet voldoende had verzet en dat er daarom geen sprake was van verkrachting in de zin van de wet.
Absurd vond ik het. Schokkend ook en dan ben ik zo ‘brutaal’ om te denken: steek je gelijk en die schadevergoeding ook maar in je eigen …, samen met die veer en die pluim. Weet je ook hoe dat voelt!
BTW Ik kijk uit naar de dag waarop Seksueel Misbruik binnen de ( geestelijke) Hulpverlening aan de orde komt.
Daar kunnnen de RK paterkes niet tegenop!
zaterdag 4 februari 2012, 22:12 uur
Het grootste probleem is dat de Raad van State het hoogste adviesorgaan is van de regering. Beroep tegen overheidsbesluiten moet in de ‘rechtsstaat’ Nederland dus worden ingediend bij de adviseur van de regering. Weliswaar bestaat de Raad van State uit een afdeling advisering en afdeling rechtspraak, maar de staatsraden die in de ene afdeling zitten, zitten ook in de andere afdeling. Bovendien worden er ook prominente politici in de Raad van State benoemd zodat gevestigde politieke partijen trouwe partijgenoten met een baantje kunnen belonen. Eén en ander betekent dat er domweg sprake is van politieke rechtspraak. De politiek heeft tot op heden niet de behoefte gevoeld om dat te veranderen.
Dat er een kentering bij bestuursrechters optreedt zal niet het geval zijn zolang de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het hoger beroep behandelt. Kortom: bestuursrechtspraak in Nederland is er vooral om de overheid tegen burgers te beschermen. Een fopspeen dus.
C. van Oosten
Utrecht
rechtshulpverlener
zondag 5 februari 2012, 10:39 uur
Wat een beangstigende gedachte…de trias politica verword tot een unitas politica…
Nederland: pas op je tellen!
De democratie is in gevaar!
zondag 5 februari 2012, 14:07 uur
“Het gehele bestuursrecht wordt daarom de komende jaren ‘omgekat’ naar de zogeheten nieuwe zaakbehandeling. . . .” enz.
Deze zin van Jensma klinkt mij als muziek in de oren. Na 4 jaar procederen en een kostenlijst van wel € 90.000,– kan ik concluderen dat de rechtbank het veelal af doet met “onvoldoende motivering” en dan geheel voorbij gaat aan onrechtmatigheid, geen dwingende noodzaak ed. Kan Jensma melden wie het bestuursrecht ‘omkat’ en wanneer dit realiteit bij de rechtbank is?
Leo van der laken, Wemeldinge, Burger