Intellectuele eigendom & IT-recht

Hoge Raad: kooprecht van toepassing op standaard software

Theo Bosboom

Theo Bosboom
T.: +31 (0)26 353 83 23
E.: bosboom@dirkzwager.nl

In zijn arrest van 27 april 2012 in de Beeldbrigade zaak maakt de Hoge Raad duidelijk dat het kooprecht van titel 7.1 Burgerlijk Wetboek van toepassing is op de overeenkomst waarbij standaard software tegen betaling ter beschikking wordt gesteld voor onbepaalde duur. Hiermee wordt in grote lijnen het arrest van het Gerechtshof Arnhem van 1 juni 2010 bevestigd (zie ons eerder bericht over deze uitspraak). 

Rechtsgeleerden twisten al vele jaren over de vraag of de aanschaf van standaard software kan worden aangemerkt als een koopovereenkomst, of dat er enkel sprake is van het verstrekken van een gebruiksrecht (licentie). Deze vraag is juridisch relevant, omdat het kooprecht in titel 7.1 BW een aantal specifieke regels bevat die in een geschil omtrent de kwaliteit van de software een belangrijke rol kunnen spelen. Deze regels zijn in het algemeen gunstig voor de gebruiker van de software, maar er staan ook regels in ter bescherming van de leverancier. Denk hierbij bijvoorbeeld aan artikel 7:23 lid 2 BW, waarin een korte verjaringstermijn is opgenomen voor koopovereenkomsten. Deze bepaling speelde in de onderhavige procedure een belangrijke rol, omdat het Hof geoordeeld had dat de vordering van de gebruiker door meer dan twee jaar stilzitten was verjaard. 

In cassatie werd betoogd dat artikel 7:23 BW niet van toepassing is. De HR stelt in zijn uitspraak allereerst dat hier niet de vraag aan de orde is wat de goederenrechtelijke aard van software is. De vraag of software in juridisch opzicht als “zaak” moet worden beschouwd wordt dus niet beantwoord.

Het gaat  hier uitsluitend om de schakelbepaling van artikel 7:47 BW, waarin het kooprecht van overeenkomstige toepassing wordt geacht op de koop van vermogensrechten. 

Vervolgens geeft de HR aan dat hij titel 7.1 inderdaad toepasselijk acht op de verstrekking van standaard software, via de schakelbepaling van artikel 7:47 BW. Van belang daarbij is dat een overeenkomst tot het aanschaffen van standaard software voor een niet in tijdsduur beperkt gebruik tegen betaling van een bepaald bedrag “ertoe strekt de verkrijger iets te verschaffen dat geïndividualiseerd is en waarover hij feitelijke macht kan uitoefenen”. Ook geeft de HR aan dat de toepasselijkheid wenselijk is, omdat de kooptitel een uitgewerkte regeling geeft inzake conformiteit, klachtplicht en verjaring. Ten slotte wijst de HR op het feit dat de Wet Koop op Afstand ook van toepassing is op computerprogrammatuur (blijkende uit 7:46 d lid 4 aanhef en onder c BW), waardoor het ongerijmd zou zijn indien niet ook de aanschaf van software die niet op afstand is verricht als koop in de zin van titel 7.1 zou worden gekwalificeerd. Opvallend is dat de HR heel expliciet aangeeft dat het niet uitmaakt of er sprake is van aanschaf op een gegevensdrager (zoals een cd) of via een download. 

Al met al is het oordeel van het Hof dat de betreffende overeenkomst onder het toepassingsbereik van titel 7.1 valt dus juist. Het feit dat het softwarepakket mede een voortbrengsel van de menselijke geest is, doet daaraan niet af. Het is immers denkbaar dat iets zowel onder de bescherming van een of meerdere intellectuele eigendomsrechten valt als het object is van koop, aldus de Hoge Raad.

  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Google Plus
  • del.icio.us
  • email
  • PDF
  • Print
Gerelateerde artikelen:
  1. Gerechtshof Arnhem: software geen zaak, maar valt wel onder kooprecht
  2. Hoge Raad: afgifte “vrijwillige” bankgarantie kan niet worden afgedwongen
  3. Hoge Raad: wanprestatie bij IT-overeenkomst leidt ook tot ontbinding samenhangende financieringsovereenkomst

di 8 mei 2012 » Geen categorie, IT Recht   Print deze pagina
E-mail: bosboom@dirkzwager.nl
Telefoon: (026) 353 83 23