Spam-onderzoek OPTA onvolledig, boete onterecht

Geplaatst op: 29-03-2013

Op 21 maart 2013 heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld dat een door de OPTA uitgevoerd onderzoek naar een overtreding van de spamregelgeving niet juist is uitgevoerd. De door OPTA naar aanleiding van dit onderzoek opgelegde boete van EUR 600.000 kan daarmee geen stand houden.

Toezichthouder OPTA heeft onderzoek verricht naar de verzending van ongevraagde e-mail door Digital Magazines B.V., Riviera Vastgoed B.V. en twee natuurlijke personen. De rechtbank Rotterdam komt tot de conclusie dat OPTA niet heeft onderzocht of de berichten zijn verzonden aan 'abonnees' (die natuurlijke personen waren). Dat is van belang, nu het spamverbod ziet op verzending aan abonnees, te weten een natuurlijke persoon of rechtspersoon die partij is bij een overeenkomst met een aanbieder van openbare elektronische communicatiediensten voor de levering van dergelijke diensten. Omdat de bestuurlijke boete een punitieve sanctie is, is dat bewijs van belang. De bewijslast daarvan rust op OPTA.

Uit de door de verzenders gehanteerde werkwijze en de zeer grote hoeveelheid verzonden berichten (350 en 65 miljoen)  kan weliswaar een vermoeden worden ontleend dat berichten zijn verzonden aan e-mailadressen die toehoren aan abonnees (natuurlijke personen), maar dit vermoeden is gezien de in artikel 6 EVRM neergelegde onschuldspresumptie niet voldoende om die conclusie te trekken.

Heropening van het onderzoek door OPTA is volgens de rechtbank niet meer mogelijk nu dit een nieuw onderzoek naar feiten zou behelzen en daarmee verder gaat dan het herstellen van een procedureel gebrek. Gezien het gebrek in het onderzoek, is de boete ten onrechte opgelegd.

De uitspraak van de rechtbank Rotterdam is hier te vinden.

Herwin Roerdink