De invoering van een inhoudelijke toetsing van asielaanvragen door de bestuursrechter – in plaats van de huidige beperkte - is een goede zaak. Dat stelt de Raad in zijn advies (pdf, 80 kB) over de voorgestelde aanpassing van de Vreemdelingenwet 2000 aan EU-regelgeving. Wel vraagt de Raad aandacht voor de verhoogde werklast voor rechters die deze inhoudelijke toetsing met zich mee brengt, zeker in combinatie met de voorgestelde termijn van vier weken waarbinnen de rechter uitspraak moet doen.
Wanneer de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) een asielaanvraag afwijst, kan de asielzoeker daartegen in beroep gaan bij de bestuursrechter. Nu is het zo geregeld dat de bestuursrechter alleen beoordeelt of bestuursorgaan IND in redelijkheid tot zijn oordeel over het asielrelaas heeft kunnen komen. De inhoudelijke beoordeling van het feitenrelaas van de asielzoeker is momenteel een taak van de IND, niet van de rechter.
EU-regels
De Europese Unie heeft echter nieuwe regels opgesteld voor de afhandeling van asielaanvragen, de zogeheten Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn. De Procedurerichtlijn verplicht de EU-lidstaten onder meer een inhoudelijke toetsing door de rechter in te voeren. Het is aan de lidstaten om de Europese regels om te zetten in nationale. Voor Nederland houdt dit in dat de Vreemdelingenwet 2000 moet worden aangepast. Het advies van de Raad betreft deze aanpassing, het ‘concept wetsvoorstel inzake de implementatie van de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn in de Vreemdelingenwet 2000’.
Inhoudelijke toetsing
De Raad is positief over de voorgestelde inhoudelijke toetsing door de bestuursrechter, de zogeheten ‘volle en ex nunc toets’. Dat geeft de rechter onder meer de mogelijkheid om zich een zelfstandig oordeel te vormen over de geloofwaardigheid van het asielrelaas. Maar dit brengt voor de rechter wel meer werk met zich mee, zo stelt de Raad nadrukkelijk.
Vier weken
Daarbij komt dat het concept wetsvoorstel de rechter slechts vier weken de tijd geeft om tot een oordeel te komen. De verzwaring van de toets aan de ene kant en de korte termijn aan de andere kant staan met elkaar op gespannen voet. Bovendien stelt de Europese Procedurerichtlijn termijnen niet verplicht. De Raad onderschrijft het belang van een snelle asielprocedure (ook voor de asielzoeker), maar vreest dat de voorgestelde termijn ten koste zal gaan van diens rechtsbescherming. Hij stelt voor om eerst ervaring op te doen met de nieuwe manier van toetsing en eventueel daarna een wettelijke termijn voor de beroepsprocedure vast te leggen.
Verwarrend
Verder krijgt bestuursorgaan IND in het concept wetsvoorstel nieuwe mogelijkheden om op een aanvraag te beslissen. Zij kan asielaanvragen straks onder meer niet-ontvankelijk verklaren. De Raad vindt het gebruik van deze term verwarrend omdat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) deze terminologie ook gebruikt maar dan in een andere betekenis. De Raad vindt dat de terminologie van de Vreemdelingenwet 2000 en de Awb met elkaar in lijn horen te zijn.