DCSIMG

 
loading readspeaker...
Skip Navigation Links
Raad voor de rechtspraak
Nieuws
Over de Raad voor de rechtspraak
Klachtenregeling
Organisatie
Leden
Drs. J.G. Pot
Mr. F.C. Bakker
Drs. S.M. Roos
Mr. C.H.W.M. Sterk
Wat doet de Raad
Werken bij
Gebouw
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Visie op de Rechtspraak
Kernwaarden van de Rechtspraak
Positie in het staatsbestel
Effectiviteit van de Rechtspraak
Visie op de Rechtspraak
Beelden over 2020
Organisatie en besturing
Hoe staat de Rechtspraak ervoor?
Toekomstvisie
Wetgevingsadvisering
Wetgevingsadvies 2014
Wetgevingsadvies 2013
Wetgevingsadvies 2012
Wetgevingsadvies 2011
Wetgevingsadvies 2010
Wetgevingsadvies 2009
Wetgevingsadvies 2008
Wetgevingsadvies 2007
Wetgevingsadvies 2006
Wetgevingsadvies 2005
Wetgevingsadvies 2004
Wetgevingsadvies 2003
Wetgevingsadvies 2002
Wetenschappelijk onderzoek
Overzicht onderzoeksprojecten
Toetsingsprocedure extern onderzoek
Toetsingsprocedure onderzoek door studenten
Adviescommissie
Publicaties wetenschappelijk onderzoek
Onderzoeksagenda
Onderzoek en rechtspraak
De totstandkoming van de onderzoeksagenda
Deelprogramma 'Experimenteren met Innoveren'
Innovatie als vertrekpunt
Doel en inhoud van de experimenten
1) De wenselijkheid van procesdifferentiatie
2) Effectieve stijlen van zaaksbehandeling ter zitting
3) Vergroting van de maatschappelijke effectiviteit van het strafrecht
4) Varianten van deskundigheidsbevordering
Impact
Deelprogramma 'Individuele Projecten'
Inleiding
I) Systeemwaarborgen
II) Het rechterlijk domein in een veranderende omgeving
III) De kwaliteit van de rechterlijke opleiding
IV Professionele standaarden
VI) Etnisch gerelateerde verschillen in straftoemeting
VII) Governance in de rechtspraak
V) De impact van Promis
Deelprogramma 'Economisch en Statistisch Onderzoek'
Inleiding
A. Kosten en baten van het beroep op de rechter (II): nadere modelontwikkeling
B. Kwantiteit en Kwaliteit: Middelen, organisatie en rechtspraak in onderling verband
C. Experimenteel onderzoek gedragsprikkels rechtzoekenden
Bijdrage aan statistische publicaties
Nadere ordening van de onderzoeksprojecten
Publicaties
Kwaliteit van de Rechtspraak
Kenniscentra
Kwaliteit van de strafrechtspraak
Permanente educatie
Pilot toetsing vonnissen
Project Motiveringsverbetering in Strafvonnissen (PROMIS)
RechtspraaQ
Visitatie 2014
Internationale samenwerking
Bilaterale samenwerking
Eurinfra
European Network of Councils for the Judiciary
Civiele missies
Expertpool
Europese Bewijsverordening
Publicaties
Contact
Routebeschrijving

Raad vóór inhoudelijke toetsing asielaanvragen door bestuursrechter

Den Haag ,

De invoering van een inhoudelijke toetsing van asielaanvragen door de bestuursrechter – in plaats van de huidige beperkte - is een goede zaak. Dat stelt de Raad in zijn PDF advies (pdf, 80 kB) over de voorgestelde aanpassing van de Vreemdelingenwet 2000 aan EU-regelgeving. Wel vraagt de Raad aandacht voor de verhoogde werklast voor rechters die deze inhoudelijke toetsing met zich mee brengt, zeker in combinatie met de voorgestelde termijn van vier weken waarbinnen de rechter uitspraak moet doen.

Wanneer de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) een asielaanvraag afwijst, kan de asielzoeker daartegen in beroep gaan bij de bestuursrechter. Nu is het zo geregeld dat de bestuursrechter alleen beoordeelt of bestuursorgaan IND in redelijkheid tot zijn oordeel over het asielrelaas heeft kunnen komen. De inhoudelijke beoordeling van het feitenrelaas van de asielzoeker is momenteel een taak van de IND, niet van de rechter.

EU-regels

De Europese Unie heeft echter nieuwe regels opgesteld voor de afhandeling van asielaanvragen, de zogeheten Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn. De Procedurerichtlijn verplicht de EU-lidstaten onder meer een inhoudelijke toetsing door de rechter in te voeren. Het is aan de lidstaten om de Europese regels om te zetten in nationale. Voor Nederland houdt dit in dat de Vreemdelingenwet 2000 moet worden aangepast. Het advies van de Raad betreft deze aanpassing, het ‘concept wetsvoorstel inzake de implementatie van de Procedurerichtlijn en de Opvangrichtlijn in de Vreemdelingenwet 2000’.

Inhoudelijke toetsing

De Raad is positief over de voorgestelde inhoudelijke toetsing door de bestuursrechter, de zogeheten ‘volle en ex nunc toets’. Dat geeft de rechter onder meer de mogelijkheid om zich een zelfstandig oordeel te vormen over de geloofwaardigheid van het asielrelaas. Maar dit brengt voor de rechter wel meer werk met zich mee, zo stelt de Raad nadrukkelijk.

Vier weken

Daarbij komt dat het concept wetsvoorstel de rechter slechts vier weken de tijd geeft om tot een oordeel te komen. De verzwaring van de toets aan de ene kant en de korte termijn aan de andere kant staan met elkaar op gespannen voet. Bovendien stelt de Europese Procedurerichtlijn termijnen niet verplicht. De Raad onderschrijft het belang van een snelle asielprocedure (ook voor de asielzoeker), maar vreest dat de voorgestelde termijn ten koste zal gaan van diens rechtsbescherming. Hij stelt voor om eerst ervaring op te doen met de nieuwe manier van toetsing en eventueel daarna een wettelijke termijn voor de beroepsprocedure vast te leggen.

Verwarrend

Verder krijgt bestuursorgaan IND in het concept wetsvoorstel nieuwe mogelijkheden om op een aanvraag te beslissen. Zij kan asielaanvragen straks onder meer niet-ontvankelijk verklaren. De Raad vindt het gebruik van deze term verwarrend omdat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) deze terminologie ook gebruikt maar dan in een andere betekenis. De Raad vindt dat de terminologie van de Vreemdelingenwet 2000 en de Awb met elkaar in lijn horen te zijn.