Wat is een doctorstitel nog waard?

door LD op 18/04/2014

in Rechtspraak,strafrecht

Post image for Wat is een doctorstitel nog waard?

Daar sta je dan. Na jaren van diepgravend onderzoek, nachtelijke arbeid en een verwaarloosd sociaal leven kun je eindelijk je proefschrift verdedigen. Na de succesvolle verdediging krijg je een prachtig getuigschrift mee en mag je jezelf “doctor” noemen en “dr.” voor je naam plaatsen. De titel “doctor” wordt beschermd door de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (artikel 7.22) en het Wetboek van Strafrecht (artikel 435). Wie zonder daartoe gerechtigd te zijn deze titel voert, kan worden veroordeeld tot een geldboete van maximaal 3.700 euro. Een recent arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft deze bepalingen echter vergaand uitgehold. Dat roept de vraag op wat een doctorstitel eigenlijk nog waard is.

Wat was er gebeurd? Een Mexicaanse chiropractor met een graad van het Amerikaanse Parker College had zich in Nederland gevestigd en zich op zijn website als “dr. X” tot zijn potentiële klanten gericht. Een chiropractor is een behandelaar die de ruggengraat manipuleert. De leer is eind negentiende eeuw bedacht door de Amerikaan D.D. Palmer (1845-1913), die overigens geen enkele serieuze medische opleiding had gevolgd. Palmer beweerde dat 95% van de medische aandoeningen wordt veroorzaakt door scheefstand van de wervels van de ruggengraat, zogenaamde “subluxaties” die de “aangeboren intelligentie” van mensen zouden blokkeren. Door het rechtzetten van de wervels zouden ook aandoeningen als doofheid, hartkloppingen, colitis en astma genezen kunnen worden. Dit klinkt onzinnig, en dat is het ook: sublaxaties bestaan helemaal niet en bij de genoemde aandoeningen is chiropraxie ineffectief. In de Verenigde Staten volgen diverse chiropractors nog de originele ideeën van Palmer, maar er zijn er ook die alleen de ruggengraat manipuleren om bijvoorbeeld rugpijn te behandelen. Dat klinkt een stuk logischer. Er is ook wel enig bewijs dat de effectiviteit van chiropraxie bij rugklachten ondersteunt, al lijkt het niet effectiever dan klassieke oefentherapie bij de fysiotherapeut.

Het voorgaande is overigens niet relevant voor de beoordeling van de zaak van het mogelijke titelmisbruik (geïnteresseerden raad ik het boek Trick or Treatment aan). Het gaat erom dat hij zich op zijn website “dr. X” noemde. De chiropractor werd vervolgd en kwam voor de kantonrechter. Daar gaf zijn advocaat aan dat zijn cliënt zich wel degelijk als “dr. X” mocht profileren op zijn website. Hij beschikte immers over een diploma van het Amerikaanse Parker College, dat hem de graad van Doctor of Chiropractic had toegekend, af te korten tot DC. En artikel 7.23, eerste lid, van de WHW bepaalt:

“Degene aan wie op grond van een examen aan een niet in Nederland gevestigde instelling voor hoger onderwijs een graad is verleend en die gerechtigd is die graad in het desbetreffende land in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen, is eveneens gerechtigd die graad in Nederland in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen op dezelfde wijze als in het desbetreffende land.”

De kantonrechter ging hier niet in mee en veroordeelde X tot een geldboete van 750 euro. Hoewel het vonnis niet is gepubliceerd, is duidelijk waarom het verweer niet slaagde. Het eerste lid spreekt duidelijk tweemaal van “die graad”. X heeft in Amerika de graad van Doctor of Chiropractic gekregen, mag daar die graad gebruiken en mag dus die graad ook in Nederland gebruiken op dezelfde wijze als in het desbetreffende land. Ergo, hij mag zich op grond van het eerste lid ook in Nederland “Doctor of Chiropractic X” of “X DC” noemen. Maar niet “doctor X.” of “dr. X”. Uiteraard niet, want dan zouden potentiële Nederlandse cliënten de onterechte indruk kunnen krijgen dat X gepromoveerd is. En dat is toch wat teveel eer voor iemand die in de VS een studie heeft gedaan die wellicht nog het beste te vergelijken is met een hbo-opleiding tot fysiotherapeut in Nederland. Artikel 7.23, eerste lid, van de WHW (dat van 1993 dateert) bouwt overigens voort op een eerder artikel in de Wet op het wetenschappelijk onderwijs 1981 (WWO). Het eerdere artikel in de WWO diende weer ter implementatie van Europese richtlijnen (zoals deze) die de lidstaten opdroegen ervoor te zorgen dat “onderdanen van andere lid-staten het recht hebben gebruik te maken van hun wettige, in de lid-staat van oorsprong of herkomst gevoerde opleidingstitel, en -eventueel -van de afkorting daarvan, te voeren in de taal van laatstbedoelde lid-staat”. Men mocht als buitenlander dus in Nederland de eigen titel voeren, in de eigen taal. Daar komt ook het huidige “op dezelfde wijze als in het desbetreffende land” vandaan.

X ging in hoger beroep en daar nam de zaak een verrassende wending. Het hof sprak hem vrij van het voeren van een titel zonder daartoe gerechtigd te zijn, maar baseerde zich daarbij niet op het door de advocaat aangevoerde en zojuist besproken artikel 7.23, eerste lid, WHW. Het hof toverde een konijn uit de hoge hoed:

“Het hof acht aannemelijk geworden dat de verdachte op 12 januari 2007 in de Verenigde Staten van Amerika de graad van “Doctor of Chiropractic” heeft behaald en dat hij op grond hiervan zich in de Verenigde Staten mocht presenteren door “Doctor” of “Dr.” voor zijn naam te plaatsen. Mitsdien was de verdachte in de pleegperiodes genoemd in het onder 1 en 2 ten laste gelegde, telkens op grond van artikel 7.23, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, gerechtigd om ook in Nederland deze in de Verenigde Staten verkregen titel Doctor (Dr.) te voeren. Dat de verdachte in Nederland een andere doctorstitel heeft gevoerd dan de doctorstitel die aan hem in de Verenigde Staten is verleend, is niet aannemelijk geworden.”

Het vierde lid van artikel 7.23 WHW luidt:

“Degene aan wie door een niet in Nederland gevestigde instelling voor hoger onderwijs een graad als bedoeld in artikel 7.22 is verleend en die gerechtigd is op grond daarvan een graad in het desbetreffende land in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen, is eveneens gerechtigd die graad in Nederland in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen op dezelfde wijze als in het desbetreffende land. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.”

Wie deze bepaling leest in combinatie met artikel 7.22 WHW ziet dat de uitspraak van het hof de plank volledig misslaat. Artikel 7.22 gaat over personen die op grond van een promotie de graad van doctor hebben verkregen (dus na het schrijven van een proefschrift) of aan wie een doctoraat honoris causa is toegekend. Daarvan is in het geval van chiropractor X evident geen sprake. Het vierde lid van artikel 7.23 WHW verwijst bovendien terug naar het derde lid, dat de minister van OCW (in de praktijk de Dienst Uitvoering Onderwijs – DUO) de bevoegdheid verleent een persoon met een buitenlandse titel toe te staan een overeenkomstige Nederlandse titel te gebruiken als diens opleiding “ten minste gelijkwaardig is aan een overeenkomstige Nederlandse opleiding”. De wetsgeschiedenis maakt duidelijk dat deze bepaling is ingevoerd “om het gebruik van een in het buitenland verkregen doctorstitel te beperken”:

“Deze wijziging strekt er toe om bij een in het buitenland verkregen doctoraat de beoordeling door de Informatie Beheer Groep [thans DUO] te laten plaatsvinden.”

Dus als je zou kunnen volhouden dat X in het buitenland een “doctoraat” heeft gekregen – en daar is gelet op de duidelijke tekst en strekking van artikel 7.22 WHW eigenlijk niets voor te zeggen – en hij wil daarop de Nederlandse titel “dr.” voeren, dan geldt dat een beoordeling door de minister, c.q. DUO een vereiste is. Van zo’n beoordeling is in deze zaak helemaal geen sprake geweest.

Het arrest van het hof kan al met al niet overtuigen. Voor mensen die jarenlang hebben geploeterd op een proefschrift is het een bittere pil en men kan zich ook afvragen of potentiële cliënten ermee gediend zijn dat hun behandelaar een titel mag voeren die suggereert dat hij veel meer educatie heeft genoten dan daadwerkelijk het geval is. Het is dus te hopen dat het Openbaar Ministerie cassatieberoep instelt.

Het procesverloop is goed te volgen aan de hand van het blog van de stichting Skepsis (hier en hier). Ik ben niet verbonden aan deze stichting, maar heb wel bij gelegenheid aan haar blog bijgedragen.

Related Posts with Thumbnails

Leave a Comment


Vorige post: