Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Cultuur

De Uitspraak: Moet je eerst je testament aanpassen voordat je zelfmoord pleegt?

Moet je eerst je testament aanpassen voordat je echt scheidt en/of zelfmoord pleegt? Met commentaar van NJB-expert M.J.A. van Mourik, emeritus  hoogleraar notarieel- en privaatrecht aan de Radboud Universiteit en oud-notaris te Nijmegen.

De Zaak. Een man en een vrouw willen hun huwelijk ontbinden. Ze zijn in 2005 getrouwd, op huwelijkse voorwaarden. Begin 2012 gaan ze samen naar de notaris om de echtscheiding in der minne te regelen. De notaris stelt allerlei conceptstukken op, maar de echtelieden worden het niet eens. Half mei neemt de man daarom een advocaat en vraagt haar een verzoekschrift tot echtscheiding voor de rechtbank op te stellen. Dat doet de advocaat ook, maar ze wacht nog even met indiening omdat er nog wat uittreksels ontbreken. Eind mei beneemt de man zich het leven. Het echtscheidingsverzoek is dan nog niet bij de rechtbank ingediend. Het stel is overigens kinderloos.

Wat is het conflict? Wie is de erfgenaam van de man? Bestond het huwelijk nog toen hij zelfmoord pleegde of was daar een einde aan gekomen? In zijn testament staat dit: „Voor het geval ik zonder achterlating van één of meer afstammelingen kom te overlijden vóór mijn echtgenote, [naam], benoem ik haar tot mijn enige erfgename”. Maar er staat ook: „Indien ten tijde van mijn overlijden echtscheiding of scheiding van tafel en bed is uitgesproken of een verzoek daartoe is gedaan, (curs. red) vervallen alle beschikkingen ten behoeve van mijn genoemde echtgenote.” In dat geval erven zijn broer en zijn vader.

Maar is zo’n verzoek nu gedaan of niet? De broer en de vader vinden van wel. Zij vinden dat het stel materieel heeft besloten om te scheiden en dat de man daar ook alles voor in gereedheid bracht. De wens om te gaan scheiden plus het inhuren van een advocaat en het opstellen van een verzoek zijn samen genoeg om aan de wettelijke eis van het ‘doen van een verzoek’ te voldoen.

De echtgenote vindt van niet. Er was formeel nog geen echtscheiding en het verzoek daartoe was niet ingediend. Van een ‘verzoek doen’ in de zin van de wet is pas sprake als het daadwerkelijk bij de rechtbank is ingediend. Dat was niet gebeurd en dus vindt zij zichzelf erfenaam.

Wat zegt de kantonrechter? Die neemt de tekst van het testament letterlijk. Die moet beoordeeld worden naar het tijdstip (2007) waarop het werd geschreven. Daarin staat in duidelijke taal dat de man „staande het huwelijk” zijn vrouw als enig erfgenaam ziet, niet zijn broer of vader.

Wat de man buiten het testament doet, laat of verklaart is voor het testament pas van belang als het testament zònder die daden of woorden geen zin heeft. In dit geval is er geen sprake van een ‘verzoek doen’ omdat de rechtbank niets heeft ontvangen. Een verzoek mag je niet afleiden uit de omstandigheden, het moet daadwerkelijk zijn gedaan. „Dat de man serieus voornemens was een verzoek tot echtscheiding in te dienen doet daaraan, mede vanuit een oogpunt van rechtszekerheid, niet af”. De vrouw is dus enig erfgenaam (gebleven).

Lees hier de uitspraak (ECLI:NL:RBNNE:2014:1285)

Reageren? Volledige naamsvermelding verplicht.