code: GUID-CD8B88C8F5764607841EE28C8EAC09B9
name: wp1LevelMenu
friendlyname: Menu van 1 niveau
class: wp1levelmenu
rendertime: 70ms
- HOMEPAGE |
- Nysingh weet er meer van |
- Actueel |
- Wie heeft het laatste woord over geheimhouding art. 25 Gemw?
code: WPBREADCRUMBS
name: wpBreadCrumbs
friendlyname: Kruimelpad
class: wpkruimelpad shadow
rendertime: 37ms
Wie heeft het laatste woord over geheimhouding art. 25 Gemw?
Een duidelijke uitspraak waarin nog eens overzichtelijk wordt gemaakt wiens besluit het opleggen van een geheimhoudingsplicht op grond van art. 25 Gemeentewet (Gemw) op welk moment is en bij wie men zich derhalve tegen dergelijke besluiten kan verweren.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer (hierna: het college) heeft op 10 februari 2012 aan de raad van de gemeente geheimhouding opgelegd voor een bepaalde financiële samenvatting. Deze geheimhouding is in de eerstvolgende raadsvergadering bekrachtigd. Een van de raadsleden maakt nadien bij het college bezwaar tegen zijn besluit om de geheimhouding op te leggen.
Het college verklaart het bezwaar van het raadslid (hierna: appellant) niet-ontvankelijk. Appellant stelt beroep is tegen deze beslissing op bezwaar. De rechtbank verklaart het beroep, na eerst het college de gelegenheid te hebben gegeven een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, ongegrond.
De vraag waar de Afdeling zich vervolgens ambtshalve voor gesteld ziet, is of appellant belang heeft bij de behandeling van zijn hoger beroep. Is het college namelijk nog bevoegd om, na een eventuele vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en de beslissing op bezwaar, het besluit van 10 februari 2012 te heroverwegen en op grond van die heroverweging dat besluit te herroepen?
De Afdeling komt met verwijzing naar de wetsgeschiedenis tot de conclusie dat de bevoegdheid van het college om op grond van art. 25 Gemw geheimhouding aan de raad op te leggen van tijdelijke aard is. Nadat de raad het besluit tot bekrachtiging heeft genomen, vloeit de verplichting tot geheimhouding voort uit dat besluit en kan alleen de raad de geheimhouding opheffen. Een andere lezing zou volgens de Afdeling een doorkruising betekenen van de bijzondere positie die de wetgever heeft toegekend aan de raad als hoogste orgaan op het vlak van deze geheimhoudingsplicht.
Gelet hierop was het college niet bevoegd te oordelen over het door appellant na de bekrachtiging van de raad gemaakte bezwaar. Het college had het bezwaarschrift van appellant door moeten zenden aan de raad. De besluiten die in het kader van deze procedure door het college zijn genomen zijn derhalve onbevoegd genomen. De rechtbank heeft dit niet onderkend.
De Afdeling vernietigt vanwege het voorgaande de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep tegen de (nieuwe) beslissing op bezwaar van het college alsnog gegrond. Een en ander houdt in dat het college aan de beurt is om (andermaal) een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Het college kan evenwel, gelet op deze uitspraak, niet anders dan het bezwaar van appellant doorzenden aan de raad. De raad zal de uiteindelijke beslissing op bezwaar moeten nemen. Eventueel beroep tegen dat besluit kan tot slot volgens onderhavige uitspraak, met toepassing van art. 8:113 lid 2 Awb, enkel bij de Afdeling worden ingesteld.
code: WPNEWS
name: wpNews
friendlyname: News
class: wpnews
rendertime: 80ms