Op 1 januari 2015 treedt de herziene arbitragewet in werking. Een van de doelen van de nieuwe wet is modernisering van de regels voor arbitrage. Het wordt onder andere mogelijk om processtukken digitaal in te dienen. De arbitrageprocedure wordt daarnaast vereenvoudigd en de administratieve lasten zullen worden verlicht. De herziene arbitragewet beoogt ook de versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland als land van internationale rechtspraak en arbitrage. De belangrijkste wijzigingen waarin de wet voorziet zijn de volgende.
Arbitraal beding consumentenovereenkomst
Het arbitraal beding komt op de zwarte lijst van onredelijk bezwarende bedingen bij consumentenovereenkomsten te staan (artikel 6:236 sub n BW). Als een arbitraal beding door een gebruiker wordt ingeroepen tegenover een consument is het onredelijk bezwarend en dus vernietigbaar, tenzij aan de consument een termijn van ten minste een maand wordt gegeven om voor de beslechting van het geschil voor de overheidsrechter te kiezen. Dit laatste hoeft de consument niet te doen door zelf een procedure bij de rechter aanhangig te maken. De consument hoeft alleen degene die zich op het arbitrale beding beroept daarvan op de hoogte te stellen.
Deponering arbitraal vonnis niet meer verplicht
De verplichting om het arbitrale vonnis te deponeren wordt afgeschaft (artikel 1058 Rv). Hierdoor kunnen de kosten van partijen worden verminderd.
Vernietiging arbitraal vonnis
De procedure tot vernietiging van een arbitraal vonnis wordt teruggebracht tot een rechtsgang in één instantie, het gerechtshof (artikel 1064a Rv). De rechtsgang bij de rechtbank vervalt. Dit heeft tot doel de kosten voor partijen te verminderen.
Mogelijkheid afwijkende partijafspraken
Partijen krijgen verder meer mogelijkheden om zelf afwijkende afspraken te maken voor hun arbitrageprocedure. Dit geldt bijvoorbeeld voor de bewijsvoering en voor het hoger beroep. De meeste bepalingen in dat kader worden van regelend recht.
Overgangsrecht
De herziene arbitragewet zal van toepassing zijn op arbitrages die aanhangig zijn geworden op of na 1 januari 2015 (de datum van inwerkingtreding van de wet). De nu nog bestaande wettelijke regeling blijft van toepassing op zaken die al aanhangig zijn (geweest) voor de datum van inwerkingtreding van de wet. Dit voorkomt onder andere dat op hetzelfde arbitrale geding achtereenvolgens twee verschillende soorten arbitraal procesrecht van toepassing zijn.