Overheid.nl

De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden

Terug naar zoekresultaten

ECLI:
ECLI:NL:TADRSHE:2013:59
Datum uitspraak:
09-09-2013
Datum publicatie:
20-09-2013
Zaaknummer(s):
L 38-2013
Onderwerp:
Zorg voor de cliëntFinanciën Zorg voor de cliëntKwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Berisping
Inhoudsindicatie:
Werkzaamheden verricht door stagiaire tegen tarief ervaren partner zonder dat dit uitdrukkelijk onder de aandacht van klager is gebracht. Klager laten betalen voor uitbrengen herstelexploit, terwijl niet is komen vast te staan dat klager te laat stukken had aangeleverd.Klacht (deels) gegrond. Berisping. .

Maastricht

Beslissing van 9 september 2013

in de zaak L 38-2013

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

klager

 

tegen:

B

 

                                       verweerder

 

 

1               Verloop van de procedure

1.1        Bij brief aan de raad van 1 februari 2013 met kenmerk D, door de raad ontvangen op 4 februari 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement L de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2        De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 24 juni 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder, alsmede de gemachtigde van verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3        De raad heeft kennis genomen van de brief van de deken van 1 februari 2013 met bijlagen.

 

2               FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1        Het kantoor van verweerder heeft klager geadviseerd over een huurgeschil tussen klager als huurder en diens verhuurder. De werkzaamheden in het dossier zijn feitelijk verricht door mevrouw H, een stagiaire van verweerder. Het in rekening gebrachte tarief bedraagt € 265,00 per uur.

2.2        Op 18 november 2011 is door mevrouw H namens klager een appèldagvaarding uitgebracht tegen de roldatum van 7 februari 2012. Op die datum is vervolgens een herstelexploot uitgebracht. De kosten van het uitbrengen van het herstelexploot zijn aan klager in rekening gebracht.

 

3               klacht

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1)         hij de zaak van klager niet zelf heeft behandeld, maar een kantoorgenoot heeft laten behandelen tegen het uurtarief van verweerder;

2)         hij vragen van klager niet of ontwijkend beantwoordde en door hem toegezonden stukken niet besprak;

3)         hij een uiteindelijk verstrekte urenspecificatie niet behoorlijk heeft onderbouwd;

4)         hij klager heeft laten betalen voor fouten van het kantoor;

5)         de behandelend advocaat blijk gaf de stukken niet te kennen.

 

4               VERWEER

4.1     Verweerder stelt zich op het standpunt dat klager vanaf het begin van de behandeling van het dossier op de hoogte was van en instemde met het feit dat niet verweerder zelf maar zijn stagiaire mevrouw H de zaak zou behandelen. Verweerder verwijst naar zijn opdrachtbevestiging waarin uitdrukkelijk is opgenomen dat het verweerder is toegestaan om kantoorgenoten in te schakelen voor de behandeling van het dossier. Daarnaast is verweerder van mening dat het gehanteerde tarief van € 265,00 voor stagiaire mevrouw H redelijk is, aangezien zij, als derdejaars stagiaire, niet zou onder doen voor een beginnend medewerker en dit tarief altijd voor haar werd gehanteerd. Voorts is door verweerder aangegeven dat door mevrouw H alle vragen van klager wel zijn beantwoord, dat de in rekening gebrachte werkzaamheden daadwerkelijk zijn verricht, dat de urenspecificatie nauwkeurig is onderbouwd en dat mevrouw H het dossier wel degelijk kende. Voor wat betreft klachtonderdeel 4 (kosten van het herstelexploot) stelt verweerder zich op het standpunt dat deze kosten door klager zelf zijn veroorzaakt, aangezien hij stukken die nodig waren voor het indienen van de appèldagvaarding te laat zou hebben aangeleverd, waardoor er geen andere mogelijkheid was dan het laten uitgaan van een herstelexploot.

 

5              BEOORDELING

         Ad klachtonderdeel 1

 

5.1     Verweerder heeft op 5 oktober 2011 zijn opdrachtbevestiging aan klager toegezonden. Daarin wordt klager nadrukkelijk gewezen op het feit dat de mogelijkheid zich kan voordoen dat het dossier wegens drukke werkzaamheden of andere redenen niet door verweerder zelf zal worden behandeld, maar ter verdere inhoudelijke behandeling zal worden overgedragen aan een van de kantoorgenoten van verweerder. Zo is ook in dit geval geschied. Uit het dossier en hetgeen ter zitting is besproken, blijkt dat verweerder zijn kantoorgenote mevrouw mr. H heeft ingeschakeld. Mevrouw mr. H heeft het dossier van klager feitelijk behandeld. Klager heeft steeds met haar contact gehad en heeft de tussentijdse declaraties van verweerder, waarin de door mevrouw H verrichte werkzaamheden in rekening worden gebracht ook voldaan. Hieruit blijkt dat klager in ieder geval heeft ingestemd met het feit dat mevrouw mr. H zijn dossier voor hem zou behandelen. Voor zover klachtonderdeel 1 betrekking heeft op het niet persoonlijk behandelen van de zaak door verweerder, zal de raad de klacht dan ook ongegrond verklaren.

5.2     Voor wat betreft het tweede gedeelte van klachtonderdeel 1 overweegt de raad als volgt. Verweerder heeft voor zijn stagiaire mevrouw H een tarief in rekening gebracht van € 265,00. Voor een advocaat-stagiaire is dat tarief hoog. Gebruikelijk is dat voor het inschakelen van een advocaat-stagiaire een lager tarief wordt gehanteerd dan voor een niet-stagiaire. Als daarvan wordt afgeweken, bijvoorbeeld omdat geen sprake is van een gemiddelde stagiaire maar van iemand die bijzondere ervaring op het betreffende gebied heeft, dient dat uitdrukkelijk aan de cliënt onder de aandacht gebracht te worden. In het onderhavige geval is dat niet gebeurd, maar is zonder enige toelichting voor de stagiaire het zelfde tarief als voor verweerder zelf gerekend. Hierover wordt door klager terecht geklaagd.

          Dit gedeelte van klachtonderdeel 1 zal de raad gegrond verklaren.

Ad klachtonderdeel 2

5.3     Uit het dossier en hetgeen ter zitting is besproken kan niet worden afgeleid dat vragen van klager niet zouden zijn beantwoord.

          De raad zal het tweede onderdeel van de klacht ongegrond verklaren.

         Ad klachtonderdeel 3

5.4     De urenspecificatie, zoals door verweerder overgelegd, is voldoende inzichtelijk. Klager stelt die specificatie niet echt ter discussie. Desgevraagd heeft klager tijdens de zitting verklaard dat verweerder op kan schrijven wat hij wil maar dat klager betwist dat de werkzaamheden zijn verricht. Inhoudelijk is er door klager niet op de urenspecificatie gereageerd.

          De raad zal het derde onderdeel van de klacht, gelet op het bovenstaande, ongegrond verklaren.

         Ad klachtonderdeel 4

5.5     Aan klager zijn kosten voor het indienen van een herstelexploot in rekening gebracht. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat dit herstelexploot noodzakelijk was omdat klager enkele benodigde stukken te laat had aangeleverd. In de e-mail van mevrouw mr. H van 6 februari 2012 wordt dat vermeld. Klager heeft daarop mevrouw mr. H per e-mail verzocht aan te geven om welke stukken het ging, maar die vraag is nooit beantwoord. Ter zitting kon verweerder op vragen van de voorzitter ook geen antwoord geven. Uit het dossier en uit hetgeen ter zitting is besproken blijkt niet dat het herstelexploot noodzakelijk was als gevolg van een te late toezending van stukken door klager. Niet duidelijk is geworden welke stukken ontbraken. Het risico daarvoor ligt bij verweerder. 

          De raad zal het vierde klachtonderdeel daarom gegrond verklaren.

         Ad klachtonderdeel 5

5.6     De stelling dat de behandelend advocaat blijk heeft gegeven de stukken niet te kennen acht de raad onvoldoende feitelijk onderbouwd.

          De raad zal het vijfde klachtonderdeel ongegrond verklaren.

6.      MAATREGEL

6.1     De raad is van oordeel dat gezien de ernst van het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen in de gegrond bevonden klachtonderdelen geen lichtere dan de hierna op te leggen maatregel kan worden opgelegd.

                       

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart klachtonderdeel 1 (voor zover het betrekking heeft op het voor mevrouw mr. H gehanteerde uurtarief) en klachtonderdeel 4 gegrond en legt terzake aan verweerder op de maatregel van berisping en verklaart de overige klachtonderdelen ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken, M.B.Ph. Geeraedts, L.J.G. de Haas, A. Groenewoud, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 september 2013.

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                     

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 10 september 2013

 

per aangetekende brief verzonden aan:                     

-           klager

-           verweerder

-           de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement L

-           de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

                  Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door :

-           verweerder

-           de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voor zover de klacht ongegrond is verklaard tevens door:

-       klager

-           de deken van de orde van advocaten te L

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.      Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl.

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl

Meer informatie

Acties

Meta gegevens