Inkomens-vermogenstoets verplicht bij terugschroeven bijdrage ...
id: 3579
code: GUID-CD8B88C8F5764607841EE28C8EAC09B9
name: wp1LevelMenu
friendlyname: Menu van 1 niveau
class: wp1levelmenu

rendertime: 46ms
 
id: 449
code: WPBREADCRUMBS
name: wpBreadCrumbs
friendlyname: Kruimelpad
class: wpkruimelpad shadow

rendertime: 36ms
 
 
id: 3674
code: GUID-CACEFCE36EDF46ED8358334A6F02FD31
name: wpRelatedPER_EXP_BRA
friendlyname: Gerelateerde personen, expertises en branches
class: relatedbox black shadow

rendertime: 52ms

Inkomens-vermogenstoets verplicht bij terugschroeven bijdrage huishoudelijke hulp

Rb. Noord-Nederland 13 maart 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:1134

Op 1 januari is de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) van kracht geworden. Evenals in de Wmo 2007 hebben gemeenten onder de Wmo 2015 de plicht tot compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die hun inwoners ondervinden.

De invoering van de Wmo 2015 levert interessante rechtspraak op ten aanzien van de huishoudelijke hulp. Recente uitspraken laten onder meer zien dat gemeenten de huishoudelijke hulp niet kunnen stopzetten zonder onderzoek te doen naar de individuele behoefte van betrokkenen. Aan deze rechtspraak kan de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland van 13 maart 2015 worden toegevoegd.

Voor de inwerkingtreding van de Wmo 2015 was door de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân (hierna: ‘de dienst’) aan een 85-jarige vrouw met fysieke beperkingen (hierna: ‘verzoekster’) een indicatie huishoudelijke hulp toegekend voor 4 uur per week tot 11 augustus 2019. Bij besluit van 21 januari 2015 heeft de dienst op grond van de Wmo 2015 de indicatie voor de huishoudelijke hulp per 1 april 2015 verlaagd naar 1 uur per week als maatwerkvoorziening. De overige 3 uren worden als algemene voorziening aangeboden tegen een vergoeding van € 8,50 per uur in plaats van het gebruikelijke tarief van € 21,- per uur. Volgens de dienst is dit te beschouwen als een overgangsmaatregel. Voor degenen die evenwel na 1 januari 2015 een beroep doen op een voorziening huishoudelijke hulp geldt deze regeling niet, zij worden verwezen naar de algemene voorziening huishoudelijke hulp tegen het gebruikelijke tarief.

Verzoekster heeft aangevoerd dat de voorziening huishoudelijke hulp nooit eerder is aangemerkt als een algemene voorziening en ook niet als zodanig kan worden aangemerkt. Ter onderbouwing verwijst zij naar de Memorie van Toelichting bij de Wmo 2015, waarin de huishoudelijke hulp niet als voorbeeld wordt genoemd van algemene voorzieningen. Ook is het volgens verzoekster niet mogelijk dat de indicatie wordt opgedeeld in een deel maatwerkvoorziening (1 uur) en een deel algemene voorziening (3 uur).

De voorzieningenrechter overweegt dat op zichzelf via de algemene voorziening (deels) in de behoefte aan huishoudelijk hulp kan worden voorzien en dat, voor zover de behoefte aan huishoudelijke hulp de 3 uur per week overstijgt, dit via een maatwerkvoorziening kan worden aangevuld. Deze constructie heeft volgens de voorzieningenrechter echter wel financiële consequenties voor verzoekster, te weten een bijdrage van € 26,- per week. Verzoekster komt bovendien niet in aanmerking voor de compensatieregeling die de dienst heeft getroffen voor hulpbehoevenden met een laag inkomen en vermogen, omdat haar inkomen en vermogen net boven de vastgestelde drempel ligt die volgt uit de Wwb (Wet werk en bijstand).

Aangezien die regeling een categoriaal karakter heeft, is de regeling naar het oordeel van de voorzieningenrechter in strijd met het compensatiebeginsel van de Wmo 2015. Dit compensatiebeginsel impliceert namelijk een individuele toets naar de behoefte aan huishoudelijk hulp. Bij die toets dienen ook de financiële gevolgen voor de hulpbehoevende in acht te worden genomen. De dienst heeft in dat verband nagelaten om de inkomens-vermogenspositie van verzoekster bij deze toets te betrekken. De voorzieningenrechter acht het aanbieden van huishoudelijke hulp via een algemene voorziening, voor in dit geval € 8,50 per uur, daarom in strijd met het compensatiebeginsel uit de Wmo 2015.

Deze uitspraak van de voorzieningenrechter laat zien dat de huishoudelijke hulp niet zonder onderzoek naar de individuele behoefte van de hulpbehoevende kan worden stopgezet of aangepast. Bij het onderzoek behoort ook de financiële situatie van de hulpbehoevende te worden betrokken, zodat de compensatieplicht volgend uit de Wmo 2015 niet wordt geschonden.

id: 416
code: WPNEWS
name: wpNews
friendlyname: News
class: wpnews

rendertime: 89ms
 
 
id: 2152
code: WPBODY2
name: wpBody2
friendlyname: Tekstveld 2
class: body2box

rendertime: 32ms
 
  • Apeldoorn

    Vosselmanstraat 260
    Postbus 10100
    7301 GC Apeldoorn
    t: +31 (0)55 527 12 71
    f: +31 (0)55 521 47 03

  • Arnhem

    Velperweg 10
    Postbus 9220
    6800 KA Arnhem
    t: +31 (0)26 357 57 57
    f. +31 (0)26 442 49 42

  • Zwolle

    Burgemeester Roelenweg 11
    Postbus 600
    8000 AP Zwolle
    t: +31 (0)38 425 92 00
    f. +31 (0)38 425 92 52

 
id: 2153
code: WPBODY3
name: wpBody3
friendlyname: Tekstveld 3
class: body3box

rendertime: 21ms

debug globals:
current channel: DEF
g_realpageid: 6716
g_pageid: 6716
g_renderid: 6716
g_siterootid: 3543
g_siterootcode: NYS
g_sitelocale: nl-NL
g_langfieldsuffix: (is leeg bij EN en _L2 bij NL)
g_sitetrees: subtree in (3543)
g_layoutid: 3685 (Layout - CT)
g_footerlayoutid: NYS_MAINFOOTER
g_designid: 3657
g_designid overruled on frontend: false
g_designlayoutid: 3676
g_sitehomeid: 3544
g_errorcount globals: 0
g_lasterrormessage globals:
g_webpartzone1: true
g_webpartzone2: true
g_webpartzone3: true
g_webpartzone4: false
g_webpartzone5: false
g_webpartzone6: false

rendertime globals: 32ms

execution time: 476ms
life cycle duration : 476ms