Procesvoering gaat mee met de eisen van de tijd

Lisa-Marie Komp

Op 15 januari 2016 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen, waar iedereen die met internationale partners zaken doet of die persoonlijk veel internationale contacten heeft, tevreden mee kan zijn (zie ECLI:NL:HR:2016:65).

Ver-/aankoop Mercedes

De zaak zelf was niet bijzonder: een Duits autobedrijf had op internet een Mercedes te koop aangeboden. Daarop meldde zich een Nederlandse partij, die de auto wilde kopen. Partijen kwamen overeen dat de Nederlandse partij de auto voor € 28.000 zou kopen. De Nederlandse partij zou per cheque betalen en als zekerheid een verklaring van de bank overleggen dat de cheque echt was. Zo is het ook gegaan. De cheque bleek echter achteraf waardeloos te zijn en de bankverklaring vervalst. Het Duitse autobedrijf heeft daarop een zaak voor de Nederlandse rechter aangespannen om alsnog betaling te krijgen van de Nederlandse koper.

Procedure in Nederland

Als bewijs van haar stellingen heeft het Duitse autobedrijf onder meer de in het Duits opgestelde bankverklaring overgelegd. Daarbij gaf het bedrijf aan dat zij op een later tijdstip nog een beëdigde vertaling van deze verklaring in het geding zou brengen. Dat heeft zij echter niet meer gedaan. Het Hof heeft daarop deze in het Duits gestelde verklaring in hoger beroep buiten beschouwing gelaten omdat er geen Nederlandse vertaling voorlag. Het Duitse autobedrijf heeft de vraag of het hof dit terecht heeft gedaan aan de Hoge Raad voorgelegd.

Hoge Raad

De Hoge Raad stelt in haar uitspraak dat het Hof de verklaring ten onrechte buiten beschouwing heeft gelaten. De Hoge Raad constateert dat er geen wettelijke regeling bestaat die partijen verplicht stukken die zij in het geding brengen en die in een vreemde taal zijn gesteld, van een Nederlandse vertaling te voorzien. De vraag in hoeverre de rechter bewijsstukken opgemaakt in een vreemde taal in acht moet nemen moet volgens de Hoge Raad worden beoordeeld aan de hand van de eisen van een behoorlijke rechtspleging. In beginsel acht de Hoge Raad het overleggen van een vertaling van stukken die in de Engelse, Franse of Duitse taal gesteld zijn niet noodzakelijk. De rechter kan ambtshalve of op verzoek van de wederpartij alsnog een vertaling verlangen indien hij dit nodig acht. Doet hij dit niet dan zal hij Engelse, Franse en Duitse stukken ook zonder vertaling gewoon in beschouwing moeten nemen. Bewijsstukken die in andere talen zijn opgemaakt dienen in beginsel wel vertaald te worden.

Conclusie

Ik ben blij met deze uitspraak en verwacht dat ik daarin niet alleen sta. Internationale elementen komen tegenwoordig in bijna alle procedures voor. Het zou aanzienlijke kosten met zich meebrengen indien alle stukken vertaald moeten worden. Dat is ook vaak niet nodig omdat veel mensen, zowel rechters als advocaten als betrokken partijen, de Engelse, Duitse en/of Franse taal machtig zijn. Dit verwachten cliënten tegenwoordig ook steeds vaker van hun advocaat. GMW advocaten adviseert haar cliënten om die reden ook in het Engels en in het Duits en sommige advocaten bij GMW advocaten zijn ook de Franse taal machtig. U wordt door GMW advocaten dan ook niet alleen vakkundig geadviseerd in uw internationale zaken, maar u kunt er ook voor kiezen om in die taal te communiceren die u prettig vindt. Neem contact op met GMW advocaten indien u uw zaak aan een van de advocaten wilt voorleggen.

Heeft u nog vragen? neem dan vrijblijvend contact met mij op via e-mail of bel direct: 070-3615048

Lisa-Marie Klomp

Meer artikelen van Lisa-Marie Komp