Hoge Raad vernietigt uitspraak verwijzingshof waarin verkoop nieuwbouwscholen via stichting voor aftrek BTW geen misbruik van recht is
Of projectontwikkelingsactiviteiten een materiële onderneming vormen moet op zichzelf worden bezien
Ook volgens HR is navordering niet mogelijk voor buitenlands vermogen waarvan 12 jaarstermijn al is verstreken
Woonboerderij nog steeds woning ondanks verbouwing tot en gebruik als kantoor
Stadsvilla naar aard nog steeds een woning daarom 2% overdrachtsbelasting
Tot tandartspraktijk verbouwde woning naar aard nog steeds een woning
Hospice is een verzorgingsinstelling, verkrijging belast met 6% overdrachtsbelasting
Maatstaf van persoonlijk ernstig verwijt bij bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad
Italiaanse nalatenschap behoort tot Nederlandse huwelijksgoederengemeenschap, geen onaanvaardbaarheidsexceptie
Enkele bewijs dat bestuurder in handelsregister stond ingeschreven is onvoldoende bewijs voor bestuurdersaansprakelijkheid
Hoge Raad, 25-11-2011, nr. 08/05323, ECLI:NL:HR:2011:BN3442
|
Casus
B BV richt op 30 december 1999 A BV op. A BV behoort vanaf het moment van oprichting tot een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting met B BV als moedermaatschappij. Eveneens op 30 december 1999 heeft B BV een effectenportefeuille aan A BV overgedragen tegen de boekwaarde. Ter zake van de verkoop heeft een boeking plaatsgevonden in de rekening-courantverhouding tussen B BV en A BV ter grootte van € 5,3 miljoen. Over de rekening-courantschuld is een rente verschuldigd van 5%. Op 31 december 1999 is de fiscale eenheid beëindigd.
In februari 2001 zetten B BV en A BV de rekeningcourrantschuld om in een geldlening. Hierbij wordt onder andere bepaald dat de geldlening binnen tien jaar moet zijn afgelost, een jaarlijkse rente van 5% is verschuldigd welke op 31 december van elk jaar moet zijn betaald en dat A BV verplicht is op eerste vordering van B BV een pandrecht te vestigen op de effecten ten behoeve van B BV.
Ultimo 2001 boekt B BV op de vordering op A BV € 1,2 miljoen af, omdat het eigen vermogen van A BV op dat moment € 1,2 miljoen negatief is. De Inspecteur staat niet toe dat B BV de afwaardering ten laste van de winst brengt, omdat ...
Om dit document te kunnen bekijken moet u ingelogd zijn. U kunt rechtsboven inloggen.
Geen inloggegens?
Heeft u nog geen inloggegens dan kunt u dit document los kopen of een abonnement afsluiten.
Voor studenten is een abonnement gratis.