Rechter verbiedt uitlevering aan Turkije niet

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Rechter verbiedt uitlevering aan Turkije niet
Den Haag, 11 augustus 2017

Eiser wordt in Turkije verdacht van betrokkenheid bij drugshandel en deelname aan een criminele organisatie. Turkije heeft in 2012 om zijn uitlevering gevraagd om hem daarvoor te kunnen vervolgen. De uitleveringsrechter heeft de uitlevering van eiser toelaatbaar geacht en de Minister heeft daarna besloten om tot uitlevering van eiser over te gaan. Eiser heeft getracht in kort geding de uitlevering nog tegen te houden, maar dat is niet gelukt.

Uitstel van de procedure

Eiser is dit kort geding al gestart in 2016. Vlak voordat de rechter op 18 juli 2016 uitspraak zou doen, vond de mislukte staatsgreep in Turkije plaats. De rechter heeft toen beslist dat er een nieuwe zitting moest komen. Deze is een aantal keer uitgesteld, omdat de Staat de uitlevering van eiser had opgeschort vanwege de ontwikkelingen in Turkije en in afwachting was van nadere informatie over en garanties van Turkije. Op 28 juli 2017 is de zitting voortgezet, omdat de Minister op basis van de verkregen informatie en de garanties de uitlevering verantwoord achtte.

Risico op schending EVRM?

Eiser stelt bij uitlevering het risico te lopen op schending van de artikelen 3, 6 en 13 EVRM. Dat risico was volgens hem vóór juli 2016 al aanzienlijk, maar is na de mislukte staatsgreep onaanvaardbaar groot geworden. De kort gedingrechter volgt eiser daarin niet.

Geen eerlijk proces?

Eiser heeft verwezen naar zorgwekkende ontwikkelingen, die getuigen van politieke druk op en verslechtering van het rechtssysteem in Turkije, maar niets wijst er op dat die ontwikkelingen zich voor zullen doen in de strafvervolging van eiser. Eiser wordt verdacht van een zogenoemd commuun delict (drugshandel). Het gaat niet om een politiek gevoelige zaak. Ook is niet gebleken dat eiser tot een risicogroep behoort. Eiser heeft wel gesteld dat er om diverse redenen een link is tussen zijn zaak en de problematiek van de Koerden in Turkije, maar voor het aannemen van dergelijke connectie zijn onvoldoende aanknopingspunten.
De vele ontslagen en arrestaties van Turkse rechters in de periode na de mislukte staatsgreep vormen onvoldoende reden om aan te nemen dat eiser geen eerlijke proces zal krijgen. De kort gedingrechter slaat hierbij acht op de concrete aspecten van deze zaak, die niet vergelijkbaar is met zaken van personen die verdacht worden te hebben deelgenomen aan de mislukte staatsgreep of aanhanger te zijn van de Gülenbeweging. Wel is gebleken dat er sprake is van aanzienlijke capaciteitsproblemen bij de rechterlijke macht in Turkije. Het is niet aannemelijk geworden dat dit zal leiden tot een procedure waarin wordt gehandeld in strijd met art. 6 EVRM, door bijvoorbeeld een te lang voorarrest of een overschrijding van redelijke termijnen. Bovendien kan eiser dan om sancties vragen en kan hij een beroep doen op art. 13 EVRM.

Turkse detentieomstandigheden

Gelet op de door de Staat verstrekte informatie en hetgeen blijkt uit rapportages, heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat de Turkse detentieomstandigheden ertoe leiden dat hij – of iedereen – in Turkije een reëel risico loopt op schending van art. 3 EVRM. Eiser heeft ook onvoldoende gemotiveerd dat hij in Turkse detentie niet behandeld zal kunnen worden voor zijn psychische klachten.

Door Turkije verstrekte garanties

Er moet vertrouwd worden op de door Turkije verstrekte garantie dat eiser, als hij wordt veroordeeld, zijn straf in Nederland kan uitzitten als hij daarom verzoekt. De door Turkije verder verstrekte garanties zijn weliswaar algemeen maar worden in dit geval toereikend bevonden.

Uitspraken

Meest gelezen berichten