Houderschap zonder afspraak mogelijk?

Geschreven door Wiert Leistra
9 augustus 2020

Voor een beroep op bevrijdende of verkrijgende verjaring is bezit vereist. Wanneer sprake is van houderschap zal een beroep op verjaring niet slagen. Houderschap ontstaat doorgaans door een voorafgaande afspraak (de wet spreekt over een rechtsverhouding). Bijvoorbeeld de afspraak dat buurman A een strook grond van zijn buurman B mag gebruiken. Er is dan sprake van een rechtsverhouding. Maar is houderschap zonder rechtsverhouding ook mogelijk?

Bezit of houderschap

Bezit is het houden van een goed voor zichzelf. De vraag of sprake is van bezit moet worden beoordeeld aan de hand van de wettelijke maatstaven die zijn gegeven in de artikelen 3:107 e.v. Burgerlijk Wetboek en naar de verkeersopvatting. De verkeersopvatting kan worden samengevat als beantwoording van de vraag hoe een objectief persoon de uiterlijke feiten zou beoordelen.

Indien sprake is van het houden voor een ander, is geen sprake van bezit. Van houden voor een ander is sprake indien degene die de feitelijke macht uitoefent dat doet volgens een rechtsverhouding . Voorbeelden hiervan zijn onder meer het geven van toestemming aan een ander grond te gebruiken, huur, pacht of het uitlenen van een zaak. In een dergelijk geval houdt de houder de zaak voor een ander en is geen sprake van bezit. Een houder kan nooit door verjaring eigenaar worden, een bezitter daarentegen wel.

Houden zonder afspraak

In een recente conclusie van Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem (ECLI:NL:PHR:2017:412), bij het arrest van de Hoge Raad d.d. 9 juni 2017 (ECLI:NL:HR:2017:1067), behandelt de Advocaat-Generaal de vraag of houderschap zonder voorafgaande afspraak mogelijk is.

De Advocaat-Generaal bespreekt de opvattingen in de literatuur en jurisprudentie waarin deze vraag al aan de orde is geweest. Hij komt wel tot de conclusie dat een voorafgaande rechtsverhouding geen vereiste is voor houderschap. Wel is vereist dat de houder het betere recht van de eigenaar erkent. Met andere woorden de houder heeft niet de bedoeling de zaak voor zichzelf te gaan houden.

Maar wanneer is nu sprake van houden voor een ander zonder dat hierover een voorafgaande afspraak is gemaakt?  De bekende voorbeelden van houden voor een ander zonder rechtsverhouding zijn: “joyriding” en het zonder toestemming even lenen van een fiets. In beide gevallen erkent de houder het betere recht van de eigenaar.

Interversieverbod

Is eenmaal sprake van houderschap, dan blijft dat in principe zo. Dit heet het interversieverbod. De wet geeft twee mogelijke uitzonderingen op het interversieverbod. Ten eerste kan de eigenaar door eigen toedoen ervoor zorgen dat het houderschap wordt omgezet in bezit. Ten tweede kan de houder alsnog het recht van de eigenaar gaan tegenspreken. Het komt niet vaak voor dat van deze uitzonderingen sprake is en dat het houderschap wordt omgezet in bezit. Voor meer informatie over het interversieverbod verwijs ik naar: “Een nadere beschouwing van het interversieverbod.” Ook het interversieverbod wordt in de hiervoor genoemde conclusie van de Advocaat-Generaal behandeld.

Conclusie

Houderschap is ook mogelijk zonder voorafgaande afspraak (rechtsverhouding). Het gaat erom of de houder het betere recht van de eigenaar erkent. Is eenmaal sprake van houderschap, dan gaat dit vanwege het interversieverbod niet snel over in bezit.

LiebregtsLeistra

Waar kunnen we u mee helpen?

Contact