Bestuursorgaan betaalt de rekening bij fouten van de rechtbank

Komt in een procedure bij de Afdeling vast te staan dat een besluit van een bestuursorgaan onrechtmatig is, dan zal het bestuursorgaan in de regel veroordeeld worden in de proceskosten. Dit was althans de heersende lijn in de jurisprudentie van de Afdeling. De Afdeling slaat echter in een uitspraak van 4 april een nieuwe weg in en sluit daarmee aan bij de rechtspraak van de andere hoogste bestuursrechters. Niet langer de rechtmatigheid van het besluit is bepalend voor de vraag wie er in de proceskosten wordt veroordeeld, maar het slagen van het rechtsmiddel. Wie succesvol (hoger) beroep instelt tegen een besluit, ook al is dat besluit rechtmatig, heeft vanaf nu toch recht op een proceskostenvergoeding.

Datum:  04 april 2018

Leestijd:  +/- 2 minuten

Komt in een procedure bij de Afdeling vast te staan dat een besluit van een bestuursorgaan onrechtmatig is, dan zal het bestuursorgaan in de regel veroordeeld worden in de proceskosten. Dit was althans de heersende lijn in de jurisprudentie van de Afdeling. De Afdeling slaat echter in een uitspraak van 4 april een nieuwe weg in en sluit daarmee aan bij de rechtspraak van de andere hoogste bestuursrechters.

Niet langer de rechtmatigheid van het besluit is bepalend voor de vraag wie er in de proceskosten wordt veroordeeld, maar het slagen van het rechtsmiddel. Wie succesvol (hoger) beroep instelt tegen een besluit, ook al is dat besluit rechtmatig, heeft vanaf nu toch recht op een proceskostenvergoeding.

Procesverloop

In deze zaak was een omgevingsvergunning verleend aan een varkenshouder voor onder meer het bouwen van een aantal stallen. Een buurtbewoner is het hier niet mee eens en verzoekt het college om intrekking van de verleende vergunning. Het college wijst dit verzoek af, waarna de zaak voor de rechtbank komt.

De rechtbank overweegt dat het niet aannemelijk is dat op afzienbare termijn gebruik zal worden gemaakt van de vergunning, waardoor zij het besluit van het college tot afwijzing van het verzoek vernietigt en het college opdraagt een nieuw besluit te nemen. Het college trekt vervolgens de omgevingsvergunning in.

De uitspraak van de rechtbank heeft tot gevolg dat vergunninghoudster haar vergunning kwijt is, waardoor zij besluit in hoger beroep te gaan bij de Afdeling.

Wie betaalt de proceskosten?

De Afdeling oordeelt in het voordeel van vergunninghoudster: het college heeft in redelijkheid kunnen besluiten om de omgevingsvergunning niet in te trekken. Het oordeel van de rechtbank, die het intrekken van de vergunning verplicht achtte en het besluit van het college heeft vernietigd, houdt daardoor geen stand. Vergunninghoudster kan daardoor alsnog van haar vergunning gebruik maken.

Toch rest nog één vraag, waaraan de Afdeling een uitgebreide overweging wijdt. Draaien beide partijen op voor hun eigen proceskosten, of moet het bestuursorgaan in de proceskosten worden veroordeeld? Het is hier namelijk de rechtbank die verkeerd heeft geoordeeld, beide partijen hebben niets fout gedaan. Voorheen zag de Afdeling in vergelijkbare gevallen geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, zoals bijvoorbeeld blijkt uit een uitspraak van nog geen drie weken geleden (ECLI:NL:RVS:2018:885). Nu oordeelt zij echter anders.

De Afdeling sluit namelijk vanaf heden aan bij de andere hoogste bestuursrechters en overweegt uit het oogpunt van rechtseenheid dat het voor het veroordelen van een bestuursorgaan in de proceskosten niet langer gaat om de rechtmatigheid van het besluit, maar om het slagen van het rechtsmiddel. De ratio hierachter is dat het niet redelijk wordt geacht dat degene die hoger beroep heeft ingesteld en gelijk heeft gekregen, toch zijn eigen proceskosten moet betalen.

Concreet betekent deze nieuwe lijn dat wanneer het hoger beroep slaagt, een bestuursorgaan toch in de proceskosten veroordeeld wordt ook al heeft zij een rechtmatig besluit genomen, zoals het college hier. In feite draait het bestuursorgaan dus op voor de fouten van de rechtbank. Daar tegenover staat wel dat de vergunninghoudster in dit geval geen proceskosten hoeft te betalen, waar zij dit voorheen wel had gemoeten.

De Afdeling overweegt tot slot dat wanneer de wetgever deze situatie onwenselijk zou vinden, het op diens weg ligt de wet aan te passen. Op dit moment is het namelijk slechts mogelijk één van de partijen te veroordelen in de proceskosten en niet de Staat, die hier in gedaante van de rechtbank een foute uitspraak heeft gedaan.

Conclusie

Wanneer de rechtbank fouten maakt in haar uitspraak, draait het bestuursorgaan vanaf nu op voor de proceskosten in hoger beroep. Dit betekent enerzijds slechts nieuws voor bestuursorganen, maar anderzijds doet het wel recht aan degene die succesvol hoger beroep instelt.


Blijf scherp

Als advocaten voor ondernemers begrijpen wij het belang van voorop blijven. Samen met ons heeft u alle kansen en risico’s in het vizier. Neem gerust contact met ons op en laat u persoonlijk informeren over onze diensten.