Rechtbank: algemeen belang besluit gemeente Hilversum onvoldoende zorgvuldig voorbereid
woensdag 1 augustus 2018Voor de praktijk
- Overheden dienen bij het nemen van algemeen belang besluiten grondig onderzoek te verrichten en gemotiveerd te onderbouwen waarom een dergelijk besluit vereist is. Zij dienen op basis van onderzochte en feitelijk onderbouwde stellingen een belangenafweging te maken waaruit volgt dat toepassing van de algemeen belanguitzondering bijdraagt aan de verwezenlijking van dat algemene belang.
- De beoogde wetswijziging van de Wet Markt en Overheid zal voor overheden tot gevolg hebben dat zij bij het nemen van nieuwe algemeen belang besluiten meer aandacht zullen moeten besteden aan de voorbereiding hiervan en algemeen belang besluiten uitgebreider zullen moeten motiveren.
De rechtbank Rotterdam heeft in een recente uitspraak opnieuw geoordeeld dat een gemeente onvoldoende zorgvuldig is geweest bij het voorbereiden van een algemeen belang-besluit waarmee activiteiten worden uitgezonderd van de Wet Markt en Overheid (Wet M&O). In deze uitspraak gaat het om de gemeente Hilversum die de exploitatie van drie gemeentelijke parkeergarages als activiteiten in het algemeen belang heeft aangemerkt. Deze uitspraak past in de ontwikkeling dat overheden na het nemen van algemeen belang besluiten door de rechter worden teruggefloten.
Algemeen belang als uitzondering
De Wet M&O richt zich tot overheden die economische activiteiten verrichten. Om concurrentievervalsing te voorkomen, dienen overheden die activiteiten ‘op de markt’ verrichten zich op grond van de Wet M&O aan vier verplichtingen te houden. Deze verplichtingen omvatten de plicht tot integrale kostendoorberekening, de verplichting overheidsbedrijven niet te bevoordelen, de plicht tot beschikbaarstelling van gegevens en de plicht tot functiescheiding. Een uitzondering op deze verplichtingen bestaat als een economische activiteit in het algemeen belang wordt verricht. De gemeenteraad dient in dat geval een besluit te nemen, waarbij hij vaststelt dat de betreffende activiteiten in het algemeen belang zijn.
Ruime beoordelingsvrijheid, strenge zorgvuldigheidsnormen
Hoewel overheden over een ruime beoordelingsvrijheid beschikken om te bepalen óf sprake is van een economische activiteit in het algemeen belang, vergt een algemeen belang besluit (zeer) zorgvuldig onderzoek en een uitvoerige onderbouwing. Een recent voorbeeld van de strikte zorgvuldigheidseisen die gelden is de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 28 juni 2018, waarin een algemeen belang besluit van de gemeente Hilversum is herroepen.
Exploitatie gemeentelijke parkeergarages
De gemeente Hilversum is eigenaar en exploitant van drie parkeergarages. De gemeenteraad van Hilversum heeft op 16 september 2015 een algemeen belang besluit genomen waarin de exploitatie van deze parkeergarages als activiteit in het algemeen belang wordt aangemerkt. Volgens de gemeente Hilversum wordt het algemeen belang gediend doordat ten gevolge van het besluit de parkeerdruk evenwichtig wordt verdeeld binnen Hilversum, en parkeeroverlast op deze manier wordt voorkomen. De gemeente Hilversum wenst dan ook niet alle kosten die zij maakt voor de gemeentelijke parkeergarages door te berekenen, hetgeen op grond van de Wet M&O verplicht is.
Q-Park exploiteert ook enkele parkeerfaciliteiten in Hilversum. Q-Park heeft bezwaar tegen het algemeen belang besluit gemaakt. In de bezwaarfase heeft de gemeente Hilversum het algemeen belang besluit, nadat het nader was gemotiveerd, in stand gehouden. Q-Park heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank.
Algemeen belang besluit van tafel
De rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van Q-Park gegrond. Hierbij verwijst de rechtbank in de eerste plaats naar het feit dat de gemeente pas in de beroepsfase heeft gesteld dat zij zich, bij het nemen van het algemeen belang besluit, heeft gebaseerd op evaluaties van het parkeerbeleid en parkeertellingen. Volgens de rechtbank is het besluit op besluit op bezwaar daarom onvoldoende gemotiveerd. Daarnaast oordeelt de rechtbank, kortgezegd, dat het algemeen belang besluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid, wat in de bezwaarfase niet is gerepareerd.
De gemeente Hilversum heeft aangegeven dat het besluit nodig is om aan het parkeerbeleid van de gemeente uitvoering te kunnen geven en een evenwichtige parkeerdruk te bereiken. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de gemeente echter ten onrechte nagelaten te onderzoeken of het doorberekenen van de integrale kosten ertoe zou leiden dat de nagestreefde beleidsdoelen niet zouden worden bereikt. Hierdoor berust het besluit van de gemeente op aannames en verwachtingen. Tevens geeft de rechtbank aan dat de belangen van derden, zoals die van Q-Park, onvoldoende zijn meegewogen bij de voorbereiding van het algemeen belang besluit.
De rechtbank lijkt van overheden die een algemeen belang besluit nemen te verlangen dat zij grondig onderzoek doen naar de toekomstige gevolgen die een algemeen belang besluit heeft. Nadere motivering en aanvullend onderzoek door de gemeente Hilversum in de bezwaar- en beroepsfase wordt door de rechtbank te laat geacht.
Wetswijziging
In 2015 is de Wet M&O in opdracht van het ministerie van Economische Zaken geëvalueerd. Uit deze evaluatie blijkt dat 90% van de gemeenten algemeen belang besluiten heeft genomen maar dat (lokale) ondernemers hierbij slechts in beperkte mate worden betrokken. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is mede daarom voornemens de Wet M&O te wijzigen. Om te waarborgen dat overheden zorgvuldiger te werk gaan bij het nemen van een algemeen belang besluit is in het concept wetsvoorstel tot wijziging van deze wet opgenomen dat overheden de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (uov) dienen te doorlopen. Deze beoogde wetswijziging vormt in feite een invulling van de zorgvuldigheidsnormen die voor overheden gelden wanneer zij een algemeen belang besluit nemen. Zo houdt het volgen van de uov – onder meer – in dat het voorgenomen besluit ter inzage wordt gelegd en dat belanghebbenden (zoals ondernemers) een zienswijze kunnen indienen. Daarnaast is in de concept Memorie van Toelichting behorende bij het concept-wetsvoorstel opgenomen dat de onderdelen waaruit de motivering van een algemeen belang besluit moet bestaan, bij een algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld. Ook is in het concept-wetsvoorstel geregeld dat algemeen belang besluiten iedere vijf jaar worden geëvalueerd.
In het wetsvoorstel is niet alleen aan zorgvuldige besluitvorming, maar ook aan de motivering van algemeen belang besluiten aandacht besteed: overheden moeten de noodzaak voor het nemen van een algemeen belang besluit motiveren en zij moeten ook de gevolgen van het gebruik van de algemene belanguitzondering voor ondernemers en de concurrentie beschrijven. Een beschrijving van deze gevolgen moet indien mogelijk cijfermatig worden onderbouwd. Als het echter niet mogelijk is deze gevolgen te kwantificeren volstaat een kwalitatieve beschrijving, zo volgt uit het wetsvoorstel.
Indien u meer wilt weten over de Wet Markt en Overheid of vragen heeft naar aanleiding van de besproken ontwikkelingen, kunt u contact opnemen met Cees Dekker of Ekram Belhadj. Zij maken deel uit van ons team dat adviseert en procedeert over de Wet Markt en Overheid.