Urgenda-arrest put uit proefschrift advocaat

Delen:

Dirk Sanderink
Bijschrift: Dirk Sanderink. Foto Damsté.

Het spraakmakende Urgenda-arrest, waarin het gerechtshof Den Haag de Nederlandse Staat begin oktober dwong tot ingrijpende milieumaatregelen, is deels gebaseerd op een proefschrift van de Enschedese advocaat Dirk Sanderink (Damsté advocaten notarissen). Toen Sanderink het arrest las, viel hem direct op dat meerdere passages letterlijk overeenkomen met formuleringen uit zijn dissertatie.

Natuurlijke gebeurtenis

Al lezend dacht Sanderink: “Hé, ik ken die passages.” Zoals deze: “Van een toekomstige aantasting van een of meer van die belangen is sprake, indien het desbetreffende belang nog niet daadwerkelijk wordt aangetast maar wel aangetast dreigt te worden als gevolg van een handeling/activiteit of natuurlijke gebeurtenis.” Dat staat ook letterlijk zo op pagina 125 van zijn proefschrift.

Alleen maar mooi

Sanderink vindt dat ‘alleen maar mooi’, zegt hij tegen Dagblad Tubantia. “Waar de passages letterlijk hetzelfde zijn, gaat het in mijn ogen om cruciale overwegingen.” Hij heeft die destijds niet overgenomen uit een leerboek; het waren zijn eigen formuleringen. Ook hanteert hij in zijn proefschrift een aantal begrippen, “die in het recht niet algemeen gangbaar zijn”. Wie die begrippen googled, komt als eerste bij het werk van Sanderink uit.

Plagiaat

“Plagiaat? Dat vind ik een groot woord,” zegt Sanderink. “In de volksmond zou je het zo kunnen noemen. Maar ik vind het vooral leuk. Het is fijn als je proefschrift, waar je jaren aan gewerkt hebt, kennelijk relevantie heeft.” Hij zegt dat het niet gebruikelijk is dat in vonnissen of arresten wordt verwezen naar literatuur. “Jammer. Ik had het natuurlijk wel leuk gevonden, in zo’n belangrijk arrest van het Gerechtshof.”

Omgevingsrecht

Het proefschrift waarop Sanderink in 2015 promoveerde gaat over welke verplichtingen op het gebied van het omgevingsrecht voor overheden voortvloeien uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM.

Geheim van de raadkamer

Woordvoerster Maartje Verweij van het Gerechtshof in Den Haag zegt dat het hof geen toelichting kan geven over hoe een arrest tot stand is gekomen en welke bronnen zijn gebruikt. “Dat is het geheim van de raadkamer.”

Verweij verwijst naar een arrest van de Hoge Raad van 6 maart 2013, waarin de Hoge Raad stelt: “In de eerste plaats is het uitgangspunt dat de rechter door zijn vonnis spreekt. De kenbron van de rechterlijke beslissing is het vonnis of de beschikking waarin de rechter zijn beslissing onder woorden brengt en van een motivering voorziet. Procespartijen moeten het daarmee doen. Het ligt niet op de weg van de rechter zijn eigen beslissing van commentaar te voorzien, of te verduidelijken, en ook niet om vragen over de betekenis van de beslissing of onderdelen van de motivering te beantwoorden.”

Het ging in deze zaak om een klacht tegen een gerechtsbestuur dat op verzoek van de Raad voor de Journalistiek uitleg had gegeven over een vonnis. De Hoge Raad beroept zich op artikel 23 lid 2 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, waarin is bepaald dat gerechtsbesturen niet treden in de inhoudelijke beoordeling in een concrete zaak. De Hoge Raad verklaart de klacht dan ook gegrond.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven