Terwijl de groei in de Randstad zit, zitten de middelgrote regionale advocatenkantoren in de hoek waar de klappen vallen. Vele van hen zijn de laatste vijf jaar gekrompen, zo blijkt uit een analyse van de Top 50’s die Mr. publiceerde. Banning, de grootste daler, schrijft de terugloop onder meer toe aan verdergaande specialisatie, waardoor advocaten hun heil elders zoeken.
Van de tien grootste dalers in de Top 50 van 1 januari 2014 tot 1 januari 2019 behoren er zeven tot de regionale kantoren. Het gaat om Banning, Hekkelman, Van Diepen Van der Kroef, KienhuisHoving, Van Iersel Luchtman, De Haan en Holla. Onder de grootste dalers bevinden zich ook de twee Zuidas-kantoren Dentons Boekel en Freshfields Bruckhaus Deringer en het Rotterdamse kantoor Kneppelhout & Korthals.
Mr. publiceert sinds 2006 de top 50 van de Nederlandse advocatuur. Voor de analyse van de afgelopen vijf jaar gebruikte Mr. de gegevens die de redactie heeft verzameld over de jaren 2013 tot en met 2018. Dat heeft geleid tot een top 43 van kantoren die deze periode vertegenwoordigd waren in de top 50.
Artikel gaat verder onder tabel.
Glijvlucht
Banning maakte in die periode de scherpste glijvlucht: van 70 naar 43 advocaten, een neergang van 39 procent. “Ik schrik niet van de tijdelijke teruggang, omdat die het gevolg is van een duidelijke keuze”, reageert managing partner Jan-Willem de Tombe.
Dat is terug te voeren tot interne organisatorische oorzaken, legt De Tombe uit. “Wij hebben onszelf de afgelopen jaren een duidelijke focus opgelegd: kwaliteit en specialisatie. We hebben de pijn op korte termijn genomen.”
Banning heeft een aantal rechtsgebieden afgestoten, zoals internationale fiscale zaken en de bredere praktijk. De aandeelhoudersgroep ging terug van twaalf naar vijf mensen, van wie sommigen met zachte hand naar de uitgang werden geduwd. Anderen vertrokken uit zichzelf omdat ze de nieuwe koers niet zagen zitten. “De meesten gingen omdat ze de algemene praktijk willen blijven doen. Ze zijn naar andere kantoren gegaan of voor zichzelf begonnen, en hebben soms mensen meegenomen.”
De Tombe ziet de toekomst met een nieuwe partnergroep en een aantal nieuwe, ervaren advocaten afkomstig van andere kantoren, met veel vertrouwen tegemoet. “Onze huidige omvang is een heel goede basis. We zien ook een verbetering van de klantenportefeuille. Nu gaan we die strategie verder naar de markt brengen, en we voorzien daardoor groei.”
Banning wil de komende vijf jaar jaarlijks tien procent groeien. Maar De Tombe laat zich niet vastpinnen op een ideale omvang. “Als je veel mensen hebt, maar je kunt niet het goede segment raken, dan schiet het niet op.”
Groeibriljantjes
Uit de cijfers blijkt ook dat de groei in de Randstad zit: daar zijn de tien grootste groeiers gevestigd. De lijst wordt aangevoerd door SRK, gevolgd door Hogan Lovells, HVG Law, De Brauw Blackstone Westbroek, Stibbe, Lexence, Van Benthem & Keulen en Kennedy Van der Laan. De top 10 wordt gecompleteerd door Clifford Chance en Teekens Karstens.
Na ‘buitenbeentje’ SRK Rechtsbijstand is Hogan Lovells met 50 procent de grootste stijger. Die voorspoed is volgens office managing partner Jan de Snaijer te danken aan de strategie, maar ook aan externe factoren. Eerst over die strategie. “Wij willen onze cliënten op een beperkt aantal rechtsgebieden zo goed mogelijk bedienen”, legt De Snaijer uit. Die werkwijze heeft vruchten afgeworpen in de stabiele pijlers van het kantoor. “In ons corporate team hebben we een aantal grote transacties gehad, en in ons team intellectuele eigendom een aantal grote procedures. Dat heeft een gunstige invloed gehad op de omzet.”
Echt spectaculair groeide de banking & finance praktijk. “Tot vijf jaar geleden hadden we een afgeleide praktijk”, licht De Snaijer toe. “We kregen vooral werk uit Londen, als er Nederlandse vennootschappen bij betrokken waren. Het huidige banking & finance team wordt geleid door de partners Wouter Jongen en Robert Masman. Die hebben het voor elkaar gekregen om naast de verwijzingspraktijk een eigen Nederlandse praktijk op te zetten, met tien advocaten. Heel knap.” De Snaijer noemt ook de farmaceutische regulatory praktijk en het privacy and cybersecurity team als groeibriljantjes. “Die laatste vooral door nieuwe regelgeving. Als je kijkt wat er op het gebied aan regelgeving op onze cliënten is afgekomen… dat ligt uiteraard buiten onze invloedssfeer.”
Wat wel binnen de eigen invloedssfeer ligt, is dat Hogan Lovells onderdeel is van een wereldwijd kantoor. “Daar zijn we redelijk uniek in. Andere internationale kantoren zijn vaak een samenvoeging van nationale kantoren die onder één noemer opereren. Terwijl wij een organisatie zijn met centraal management en centrale winstpooling (de partners delen mee in het wereldwijde resultaat van het kantoor, en niet slechts van het lokale kantoor waar zij werken; red). Daardoor kunnen onze praktijken profiteren van onze klantenbasis in Verenigde Staten. We kunnen vanuit Amsterdam dus rechtstreeks werken voor klanten uit de VS.”
De Snaijer kan niet direct verklaren waarom juist de Randstedelijke kantoren het de afgelopen vijf jaar zo veel beter hebben gedaan dan hun regionale vakbroeders. “Ik merk dat bij grote transacties in de provincie klanten redelijk snel uitwijken naar de Randstad”, zegt hij. “Verder durf ik daar weinig over te zeggen.”
Aantrekkende economie
Of groeien in de Randstad makkelijker is, durft Jan-Willem de Tombe evenmin te beweren. “Randstadkantoren zitten in een grotere markt, maar de concurrentie is navenant”, zegt De Tombe, die er op wijst dat Banning, volgens onderzoek van Venturis, van alle Nederlandse regiokantoren tussen 2014 en 2017 de meeste M&A-deals heeft gedaan.
Managing partner Robert van Muijen (Holla advocaten) is eveneens terughoudend bij het duiden van de verschillen tussen regionale en Randstadkantoren. “Als je keuzes gaat maken, heeft dat altijd gevolgen voor je personeelsbestand, of je nu in de Randstad zit of in de regio.” Het zou interessant zijn om te weten waar die vertrekkende advocaten heengaan, vindt Van Muijen. “Bij ons vertrekken ze zelden naar een ander groot kantoor. Ze beginnen meestal voor zichzelf of sluiten zich aan bij een franchiseorganisatie.”
Dat de stijgers allemaal in de Randstad zitten, kan ook te maken met de aantrekkende economie. “Het aantal M&A-transacties is nu groot, en daarvan zie je er meer in de Randstad”, stelt Van Muijen. “Maar aan de andere kant is de regio rond Eindhoven economisch ontzettend sterk. Daar hebben we heel mooie accounts gevonden.”
