Corporate

 

Nederland | EU

Een nieuwe regeling voor personenvennootschappen

Maandag 25 februari 2019

De huidige regeling voor personenvennootschappen dateert uit de 19e eeuw en voldoet niet meer aan de behoefte uit de praktijk. Daarom is op 21 februari 2019 een nieuwe regeling voor personenvennootschappen ter consultatie voorgelegd. In 2011 is een eerder ontwerp ingetrokken waarna de praktijk een initiatief is gestart voor een nieuw voorstel: het rapport van de werkgroep personenvennootschappen van september 2016. Dit rapport is in belangrijke mate de basis geweest voor het huidige concept wetsvoorstel ("wetvoorstel"). In deze nieuwsbrief bespreken we de inhoud van de belangrijkste onderdelen van het wetsvoorstel waarbij we tevens waar relevant de verschillen met het huidige recht aangeven.

Handhaving benaming en oprichtingsvereisten personenvennootschappen

In het wetsvoorstel wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen maatschap, v.o.f. en c.v.. Het voorziet in twee rechtsvormen, namelijk de vennootschap en de c.v., waarbij geen onderscheid wordt gemaakt in bedrijfs- of beroepsactiviteiten. Partijen kunnen er nog wel voor kiezen om hun vennootschap als v.o.f. of maatschap aan te duiden, respectievelijk voor bedrijfs- of beroepsactiviteiten. Het wetsvoorstel maakt verder onderscheid tussen een in het handelsregister ingeschreven en niet-ingeschreven vennootschap (behalve bij de c.v.). Met het wetsvoorstel is geen wijziging beoogd ten aanzien van de oprichtingsvereisten.

Invoering rechtspersoonlijkheid

Opvallend is het nieuwe uitgangspunt dat personenvennootschappen rechtspersoonlijkheid krijgen bij het aangaan van de vennootschapsovereenkomst. Inschrijving in het handelsregister is daarvoor niet vereist, maar zorgt wel voor beperkte rechtsbevoegdheid. Er is geen sprake van beperkte aansprakelijkheid. Partijen kunnen er overigens voor kiezen om geen gebruik te maken van de rechtspersoonlijkheid door uitsluitend in eigen naam te handelen en afspraken te maken dat wat uit de vennootschap voortvloeit in het vermogen van één of meerdere vennoten valt.

Het vermogen van de vennootschap

Onder huidig recht vloeit uit de arresten van de Hoge Raad voort dat de v.o.f. en de openbare maatschap een afgescheiden vermogen hebben. In het wetsvoorstel geldt dit voor alle personenvennootschappen. Er geldt een beperking met betrekking tot de niet-ingeschreven vennootschap; deze vennootschap kan geen registergoederen verkrijgen of erfgenaam zijn. Indien partijen een vennootschap zijn aangegaan, maar deze niet hebben ingeschreven in het handelsregister, dan is er geen afgescheiden vermogen. Indien er echter wel een gemeenschappelijk vermogen is, dan is sprake van een eenvoudige gemeenschap bij de vennoten waarop titel 7 van Boek 3 BW van toepassing is.

Bestuur en vertegenwoordiging van de vennootschap (regelend recht)

De term beheer wordt vervangen door bestuur, maar er is geen inhoudelijke wijziging beoogd. Het bestuur berust in beginsel bij alle vennoten gezamenlijk (dit geldt niet voor de commanditaire vennoten in een c.v.). In beginsel is iedere vennoot bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen. Eventuele beperkingen in deze bevoegdheid dienen te zijn ingeschreven in het handelsregister voor derdenwerking. Anders dan de huidige wet, geldt dit dus ook bij de maatschap aangezien het wetsvoorstel geen onderscheid maakt tussen maatschap en v.o.f.. Bovendien zijn alle vennoten nu hoofdelijk aansprakelijk. Bij het aannemen van een opdracht is, na veel kritiek op het arrest Biek Holding, voorgesteld dat enkel de vennoten die belast zijn met de uitvoering van de opdracht naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk zijn.

Gebondenheid bij in- en uittreden vennoten

Als nieuwe regeling wordt voorgesteld dat de toegetreden vennoot slechts verbonden is voor de verbintenissen waartoe de vennootschap zich reeds vóór het toetreden van de vennoot contractueel heeft verbonden, maar die pas na diens toetreden opeisbaar worden. De uitgetreden vennoot blijft maximaal vijf jaar aansprakelijk voor verbintenissen van de vennootschap. Onder het begrip verbintenissen vallen de verbintenissen uit een rechtshandeling, de wet en onrechtmatige daad.

Financierbaarheid vennootschappen

Ook wordt een nieuwe regeling voorgesteld over het vestigen van vruchtgebruik en pandrecht op rechten van een vennoot, die voortvloeien uit de overeenkomst van vennootschap. Verbonden zeggenschapsrechten kunnen hierbij door de vruchtgebruiker of pandhouder worden verkregen. Het wetsvoorstel probeert via deze manier aan te sluiten met de mogelijkheden die in het BV-recht bestaan.

Herstructurering

De wetgever heeft besloten een ander wetgevingstraject te starten met betrekking tot regels voor herstructurering voor personenvennootschappen.

Ontbinding, vereffening en voortzetting

Het wetsvoorstel biedt uitbreiding en concretisering van het huidige recht. Nieuw is de bepaling met betrekking tot ontbinding van de vennootschap die gebrekkig tot stand is gekomen. Hierbij is aangesloten bij de regeling voor de boek 2 rechtspersonen. Dit geldt ook voor de vereffening van de vennootschap. Het uitgangspunt blijft dat de vereffening geschiedt door alle vennoten gezamenlijk. Wel bestaat de mogelijkheid om een vereffenaar door de rechter te benoemen, maar alle vereffenaars leggen verantwoording af aan de vennoten of diens opvolger. Daarnaast geeft het wetsvoorstel de mogelijkheid om als overblijvende vennoot de vennootschap voort te zetten als eenmanszaak. Ook hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de ingeschreven en niet-ingeschreven vennootschap.

Bijzondere bepalingen voor de c.v.

Volgens het wetsvoorstel is alleen een ingeschreven c.v. mogelijk omdat een niet-ingeschreven c.v. teveel onzekerheid voor derden zou opleveren. Bij niet-inschrijving mogen derden er vanuit gaan dat alle vennoten zonder beperking kunnen worden aangesproken. Zonder inschrijving is elke vennoot volledig aansprakelijk en kan er ook geen commanditaire vennoot zijn. Naar huidig recht is het de commanditair vennoot verboden om namens de c.v. beheershandelingen te verrichten, ook als daar een volmacht voor wordt afgegeven. Dit verbod is echter wel genuanceerd in jurisprudentie. Het wetsvoorstel kiest voor een principieel andere benadering: een commanditaire vennoot mag de vennootschap vertegenwoordigen indien hem daartoe een volmacht is verleend.

 

Vervolg

 
 

Wij juichen het initiatief tot het opnieuw inrichten van de wetgeving rond personenvennootschappen van harte toe. Hoewel al veel zaken contractueel worden geregeld, is de praktijk gebaat bij een leesbare en complete wettelijke regeling die handvatten biedt voor vennoten en derden. Het wetsvoorstel is naar onze mening helder en pragmatisch opgesteld en bevat begrijpelijke aanpassingen op het rapport. Het was beter geweest als een regeling voor herstructurering was meegenomen in dit voorstel aangezien ook daaraan behoefte bestaat, maar de verwachting is dat ook met dit wetsvoorstel herstructureringen in de praktijk al makkelijker zullen worden nu personenvennootschappen daarmee rechtspersoonlijkheid hebben.

Contact me

Geert Raaijmakers | Amsterdam | +31 20 71 71 992

Marianne de Waard - Preller | Rotterdam | +31 10 22 40 269

Suzanne Rutten | Amsterdam | +31 20 71 71 954

Follow us:

DISCLAIMER

This publication highlights certain issues and is not intended to be comprehensive or to provide legal advice. NautaDutilh N.V. is not liable for any damage resulting from the information provided. Dutch law is applicable and disputes shall be submitted exclusively to the Amsterdam District Court. To unsubscribe, please use the unsubscribe link below. For information concerning the processing of your personal data we refer to our privacy policy:https://www.nautadutilh.com/en/privacy-cookie-policy/.