Europees Hof beantwoordt vragen over verblijfsrecht door fraude

Gepubliceerd op 14 maart 2019

Vandaag (14 maart 2019) heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg prejudiciële vragen beantwoord over de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn en over de Europese Richtlijn langdurig ingezetenen. De Afdeling bestuursrechtspraak wilde van het Hof weten of deze richtlijnen toestaan dat een verblijfsvergunning kan worden ingetrokken wanneer fraude is gepleegd, maar de gezinsleden daar niet van wisten.

Achtergrond

De Afdeling bestuursrechtspraak stelde de prejudiciële vragen in een zaak over een gezin waarvan de vader in Nederland een verblijfsvergunning heeft verkregen op basis van werk dat hij in Nederland zou hebben. De moeder en zoon van het gezin kregen vervolgens een verblijfsvergunning in Nederland op grond van gezinshereniging met de vader, en daarnaast een EU-verblijfsvergunning 'langdurig ingezetene'. Duidelijk is dat de vader zijn verblijfsrecht in Nederland op basis van een schijnconstructie bij een bedrijf – en dus op frauduleuze wijze – heeft verkregen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft daarna zowel het verblijfsrecht van de vader als het (EU-)verblijfsrecht van de moeder en de zoon met terugwerkende kracht ingetrokken.

De Afdeling bestuursrechtspraak wil van het Hof van Justitie weten of een verblijfstitel van de gezinsleden volgens de Gezinsherenigingsrichtlijn en de Richtlijn langdurig ingezetenen kan worden ingetrokken als vaststaat dat de verblijfstitels door fraude zijn verkregen, terwijl de gezinsleden niet van de fraude wisten.

Antwoord van het Hof

Op deze vraag antwoordt het Hof van Justitie dat de verblijfstitels van de gezinsleden, als die door fraude zijn verkregen, inderdaad kunnen worden ingetrokken. Dat kan zelfs als de gezinsleden niet van die fraude op de hoogte waren. Maar het Hof benadrukt wel dat die intrekking niet automatisch kan plaatsvinden. Zo moeten de nationale instanties de situaties van de betrokken gezinsleden vooraf individueel onderzoeken en daarbij alle in het geding zijnde belangen in aanmerking nemen.

Voortzetting behandeling

Met de antwoorden van het Hof van Justitie is nog geen einde gekomen aan deze procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Zij heeft de behandeling van de zaak geschorst in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Nu het Hof van Justitie de prejudiciële vragen heeft beantwoord, zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling van de zaak voortzetten en daarna definitief uitspraak doen.


Lees het arrest van het Hof van Justitie met het nummer C-557/17 en het persbericht dat het Hof daarbij heeft uitgebracht.