dinsdag 30 april 2019 Michel Halters 545x gelezen
Vorming van een voorziening voor aan een werknemer in de toekomst te betalen transitievergoeding vanwege ontslag van een werknemer is mogelijk als is voldaan aan de voorwaarden uit het Baksteenarrest.
Volgens de ondernemer bracht de huidige maatschappelijke ontwikkeling met zich dat werknemers niet meer hun hele leven bij dezelfde werkgever zouden zijn. Er moest daarom rekening mee worden gehouden dat bepaalde werknemers de werkgever vroegtijdig zouden verlaten. Om die reden had de werkgever een voorziening ‘Transitievergoeding’ gevormd.
In geschil bij Rechtbank Noord-Nederland is of de werkgever de voorziening terecht heeft gevormd.
De rechtbank herhaalt de drie voorwaarden waaraan moet zijn voldaan voor het vormen van een passiefpost uit het Baksteenarrest (ECLI:NL:HR:1998:AA2555):Tijdens de zitting verklaarde de werkgever evenwel dat op balansdatum geen redelijke mate van zekerheid bestond dat bepaalde werknemers eiser als werkgever onvrijwillig zouden moeten verlaten. Er is volgens de rechtbank dan ook niet voldaan aan de derde voorwaarde uit het Baksteenarrest. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur vorming van de voorziening daarom terecht heeft geweigerd.
Wet: art. 3.8 Wet IB 2001 en art. 7:673 BW
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland 2 april 2019 (gepubliceerd 29 april 2019), ECLI:NL:RBNNE:2019:1300
U moet eerst inloggen voordat u een reactie kunt plaatsen. Gebruik de knop rechtsboven om in te loggen.
Schrijf u nu in voor de gratis nieuwsbrief van Taxence en ontvang dagelijks het laatste nieuws en informatie over andere relevante producten van Sdu Licent Academy.