Een RA heeft van de Accountantskamer een waarschuwing gekregen omdat hij – naar later bleek – op basis van een frauduleus e-mailbericht (‘spoofing’) voor een stichting een groot bedrag naar het buitenland heeft overgemaakt. Bovendien heeft hij later het bestuur onder druk gezet om geen tuchtklacht in te dienen.
De RA was van mei 2016 tot eind april 2017 onbezoldigd penningmeester van een stichting die kamermuziekevenementen organiseert. Naar aanleiding van een mailbericht van een bestuurslid van de stichting heeft hij € 9.500 overgemaakt naar een buitenlandse bankrekening. Later bleek dat de e-mail niet van het bestuurslid afkomstig was. Maar de overboeking kon niet ongedaan worden gemaakt. Volgens de RA was er sprake van ‘spoofing’, waarbij fictieve emailadressen worden ingezet.
Alle lichten op rood
Het bestuur stelt de RA aansprakelijk voor het verdwenen bedrag. Er was geen geaccordeerde factuur en het bedrag was veel groter dan de bedragen die doorgaans worden betaald. “Alle lichten hadden bij jou op rood moeten springen toen betaling van dat bedrag werd gevraagd. Het is bij uitstek de rol van de penningmeester om daar op te letten”, laat de voorzitter weten. De RA had in elk geval onderliggende stukken of informatie moeten opvragen. Maar die wijst aansprakelijkheid van de hand: hij is zelf slachtoffer geworden van fraude.
Er volgt een klacht bij de Accountantskamer. Daarin wordt naast het bovenstaande aangegeven dat de RA de stichting onder druk heeft gezet om geen tuchtklacht tegen hem in te dienen door via zijn rechtsbijstandsverzekeraar de stichting aansprakelijk te stellen voor schade die hij zou lijden ingeval een klacht zou worden ingediend.
Geen zorg en aandacht
De tuchtrechter oordeelt allereerst dat de klacht ontvankelijk is omdat het uitoefenen van werkzaamheden als penningmeester onder het bereik valt van het begrip ‘ten aanzien van de uitoefening van zijn beroep’ als bedoeld in artikel 42 Wab. De Accountantskamer oordeelt verder dat de RA nauwgezet had moeten reageren op het betalingsverzoek. “Zelfs indien betrokkene ervan had mogen uitgaan dat de e-mail […] daadwerkelijk van één van de bestuurders afkomstig was, past het naar het oordeel van de Accountantskamer niet om op grond van alleen deze e-mail geld van de stichting over te maken naar een buitenlandse bankrekening ten behoeve van die bestuurder persoonlijk. Die handelwijze ontbeert elke zorg en aandacht die bij de uitvoering van een dergelijk verzoek van betrokkene verwacht mocht worden.”
Er was sprake van een atypisch betalingsverzoek, de betaling was groter dan het banksaldo en groter dan gebruikelijk én er ontbrak een geaccordeerde facuur. Er is evenmin overlegd met het bestuur. “Ook indien haast geboden was, zoals betrokkene veronderstelde, had van betrokkene in het licht van het vorenstaande verwacht mogen worden dat hij op zijn minst vooraf telefonisch contact met [de voorzitter] zou opnemen.” De RA heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maar hij heeft niet onprofessioneel gehandeld, vindt de Accountantskamer. “Naar het oordeel van de Accountantskamer duiden de door de klaagster naar voren gebrachte feiten en omstandigheden er niet op dat betrokkene met de verweten handelwijze het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht of had kunnen brengen.”
Geen druk uitoefenen
De RA heeft wel gehandeld in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep: “Een accountant dient zich dan ook te onthouden van het
uitoefenen van druk om geen tuchtklacht tegen hem in te dienen.” De Accountantskamer legt een waarschuwing op. De RA heeft lichtvaardig voldaan aan het betalingsverzoek en heeft zich vervolgens niet toetsbaar opgesteld.
Geef een reactie