Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat het niet voldoen van de (materieel verschuldigde) btw en het niet indienen van de btw-aangifte in zodanig verband met elkaar staan dat met betrekking tot de gelijktijdigheid van de gedragingen van de heer X en de wezenlijke samenhang in handelen en schuld dat sprake is van hetzelfde feit. Door de boetes is het Una via-beginsel geschonden.

De heer X is bestuurder van Y bv en handelt in voedingssupplementen. Enig aandeelhouder van de bv is Z bv waarvan X enig aandeelhouder en bestuurder is. Y bv is uitgenodigd tot het doen van btw-aangiften. De aangiften worden niet gedaan, zodat er later ambtshalve naheffingsaanslagen met verzuimboetes aan haar worden opgelegd. De boetes van respectievelijk € 50 en € 65 zijn opgelegd wegens de niet (volledige) betaling op aangifte (art. 67c lid 1 AWR) en het niet (tijdig) indienen van aangifte (art. 67b lid 1 AWR). Volgens Rechtbank Oost-Brabant heeft X feitelijk leiding gegeven aan Y bv met betrekking tot het opzettelijk niet doen van de aangiften. X wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden. X stelt in hoger beroep primair dat door de verzuimboetes het Una via-beginsel (art. 255 lid 1 WvS) is geschonden.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het niet voldoen van de (materieel verschuldigde) btw en het niet indienen van de btw-aangifte in zodanig verband met elkaar staan dat met betrekking tot de gelijktijdigheid van de gedragingen van X en de wezenlijke samenhang in handelen en schuld dat sprake is van hetzelfde feit. Het opleggen van de verzuimboetes heeft dus dezelfde rechtsgevolgen als een kennisgeving van niet verdere vervolging. Los van de vraag of nieuwe bezwaren bekend zijn geworden waardoor toch tot strafvervolging van datzelfde feit kan worden overgegaan, ontbreekt de vereiste machtiging door de rechter-commissaris om een opsporingsonderzoek in te stellen. Daarom volgt voor het 1e kwartaal van 2011 de niet-ontvankelijkverklaring van het OM. Voor de latere aangiftetijdvakken is er wel wettig en overtuigend bewijs van opzettelijk handelen van X, waardoor de Staat en de EU een belastingnadeel van € 57.510 hebben geleden. X wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wetboek van Strafrecht 243

Wetboek van Strafrecht 255

Algemene wet inzake rijksbelastingen 69

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Omzetbelasting, Strafrecht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 14 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen