• Home |
  • Kennis |
  • Diverse projecten gebaseerd op het PAS sneuvelen bij de Raad van State

Diverse projecten gebaseerd op het PAS sneuvelen bij de Raad van State

Raad van State over PAS

Met het sneuvelen van het Programma Aanpak Stikstof (hierna: ‘PAS’) op 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1603 en ECLI:NL:RVS:2019:1604) bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘de Afdeling’) is er een eind gekomen aan de in 2015 ingevoerde programmatische aanpak van de stikstofproblematiek.

Zaken in afwachting van afhandeling pilotzaken

Zoals bekend lagen (en liggen er nog steeds) aardig wat zaken op de plank bij de Afdeling. Deze zaken betreffen o.a. bestemmingsplannen, tracébesluiten, natuurvergunningen en omgevingsvergunningen. Deze besluiten betreffen zowel prioritaire (projecten waarvoor in het PAS zogenoemde ontwikkelingsruimte was gereserveerd) als niet-prioritaire projecten.

De Afdeling is op 29 mei 2019 tot het oordeel gekomen dat het PAS niet verenigbaar is met artikel 6 van de Habitatrichtlijn. Nu zullen (in beginsel) alle besluiten waarin – ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de stikstofdepositie – een verwijzing is opgenomen naar de aan het PAS ten grondslag gelegde passende beoordeling, in beginsel worden vernietigd. Dit kan anders zijn indien (bijvoorbeeld) geen beroepsgronden over de stikstofdepositie naar voren zijn gebracht dan wel om procesrechtelijke redenen niet aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep wordt toegekomen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het ontbreken van belanghebbendheid of vanwege een geslaagd beroep op het relativiteitsvereiste. Sinds de PAS-uitspraken van 29 mei 2019 is in een groot aantal zaken over veehouderijen al uitspraak gedaan (zie voor een overzicht deze link). Die zaken heeft de Afdeling vereenvoudigd afgedaan (oftewel: er heeft geen behandeling op zitting plaatsgevonden).

Inmiddels heeft de Afdeling ook een handig overzicht (link) gepubliceerd van de zaken die op 29 mei 2019 waren aangehouden in afwachting van de afhandeling van de pilotzaken. De aangehouden zaken, zo blijkt uit dat overzicht, betreffen natuurbeschermingsvergunningen, bestemmingsplannen, provinciale inpassingsplannen en tracébesluiten.

Raad van State vernietigt vijf besluiten gebaseerd op het PAS

Nu de pilotzaken zijn afgehandeld, is de Afdeling begonnen met het afwerken van de zaken die op eerder genoemd overzicht staan. Dat afwerken gaat vlot. Op 17 juli 2019 heeft de Afdeling vijf plannen voor uiteenlopende projecten – zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden in die procedures – afgeschoten. Deze besluiten zijn vernietigd omdat die besluiten gestoeld c.q. gebaseerd waren op het PAS en de daaraan ten grondslag gelegde passende beoordeling.

Een samenvatting van die vijf uitspraken is hieronder opgenomen:

1. Tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht

AbRS 17 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2466. De uitspraak betreft het Tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht. Dit betreft een prioritair project.

De Afdeling vernietigt het tracébesluit omdat deze is gebaseerd op de passende beoordeling die voor het PAS is gemaakt.

Ten opzichte van de uitspraak van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1603) bevat deze uitspraak geen inhoudelijk nieuwe overwegingen.

2. Bestemmingsplannen vliegbasis Twente

AbRS 17 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2470. In deze uitspraak vernietigt de Afdeling de door de gemeenteraad van Enschede vastgestelde (twee) bestemmingsplannen voor de (voormalige) vliegbasis Twente. Deze bestemmingsplannen moesten de herontwikkeling van de voormalige vliegbasis mogelijk maken. Ook deze ontwikkeling betreft een prioritair project.

Omdat – voor de met het bestemmingsplannen mogelijk gemaakte ontwikkelingen – ontwikkelingsruimte was toegedeeld in het PAS, berusten beide plannen mede op de passende beoordeling die voor het PAS is gemaakt. Met het sneuvelen van het PAS kunnen logischerwijs ook deze twee bestemmingsplannen niet in stand blijven.

Ten opzichte van de uitspraak van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1603) bevat deze uitspraak geen inhoudelijk nieuwe overwegingen.

3.  Bestemmingsplan Gemeente Westland

AbRS 17 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2469. Deze uitspraak betreft een door de gemeenteraad van Westland vastgesteld bestemmingsplan voor een prioritair project, namelijk zes woningen (die weer onderdeel zijn van een grotere woningbouwontwikkeling).

Ook dit bestemmingsplan sneuvelt omdat er geen projectspecifieke passende beoordeling aan het bestemmingsplan ten grondslag is gelegd. De verwijzing naar de passende beoordeling bij het PAS biedt – kort samengevat en gelet op de uitspraken van 29 mei 2019 – geen soelaas, aldus de Afdeling.

De gemeenteraad had nog wel het standpunt ingenomen dat uit een recente AERIUS-berekening blijkt dat de stikstofdepositie als gevolg van de met het bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen minder dan 0,05 mol/ha/per jaar bedraagt en (dus) geen significante gevolgen kan hebben voor het Natura 2000-gebied. Echter, dat standpunt wordt door de Afdeling niet aanvaard. Deze bevindingen zijn namelijk, zo stelt de Afdeling vast, niet vastgelegd in een passende beoordeling.

4. Bestemmingsplan Gemeente Delfzijl

AbRS 17 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2468. Deze uitspraak betreft een door de gemeenteraad van Delfzijl vastgesteld bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet in een actuele planologische regeling en enkele uitbreidingsmogelijkheden voor het industrieterrein Oosterhorn.

In het aan het bestemmingsplan ten grondslag gelegde MER en passende beoordeling is een koppeling gelegd met de aan het PAS ten grondslag gelegde passende beoordeling. In het PAS is, zo stelde de gemeenteraad, voldoende ontwikkelingsruimte voor de herontwikkeling gereserveerd om de toename in stikstofdepositie op te kunnen vangen. Dat die toename de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden niet aantast, blijkt volgens de gemeenteraad, uit de passende beoordeling die voor het PAS is gemaakt.

De Afdeling volstaat met een verwijzing naar haar overwegingen uit de uitspraak van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1603) en vernietigt het bestemmingsplan.

5.  Bestemmingsplan Gemeente Westerveld

AbRS 17 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2467. Deze uitspraak betreft een door de gemeenteraad van Westerveld vastgesteld bestemmingsplan voor het buitengebied van de gemeente.

In het aan het bestemmingsplan ten grondslag milieueffectrapport (MER) en passende beoordeling is, kort samengevat, verwezen naar de aan het PAS ten grondslag gelegde passende beoordeling waaruit zou blijken dat de dalende achtergrondconcentratie van de stikstofdepositie kan worden doorgezet en dat voor economische ontwikkelingen ontwikkelingsruimte beschikbaar is.

De Afdeling neemt met deze uiteenzetting geen genoegen. Onder verwijzing naar haar uitspraak van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1603) vernietigt de Afdeling het bestemmingsplan.

Projectspecifieke passende beoordeling bij nieuwe procedure

Bovenstaande plannen c.q. besluiten zullen – mochten deze weer in procedure worden gebracht – voorzien moeten worden van een projectspecifieke passende beoordeling.

Indien op basis van die passende beoordeling (en eventuele daarin opgenomen mitigerende maatregelen) niet de zekerheid wordt verkregen dat de natuurlijke kenmerken van de relevante Natura 2000-gebieden niet worden aangetast, dan moeten ofwel de beoogde ontwikkelingen worden aangepast c.q. afgewaardeerd of er moet een ADC-toets worden doorlopen.

ADC-toets

Het is voorstelbaar dat voor de beoogde infrastructurele maatregelen aan de A27 en A12 – na het sneuvelen van het tracébesluit – een ADC-toets wordt doorlopen. De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft immers al vaker de ADC-toets in het PAS-tijdperk toegepast.

De Afdeling heeft in haar uitspraak van 18 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2454) de ADC-toets voor de aanleg van de Blankenburgverbinding – een nieuwe autosnelweg (A24) ten westen van Rotterdam die de A15 verbindt met de A20 – geaccepteerd. En inmiddels is ook een ADC-toets opgesteld voor de doortrekking van de A15.

Mocht je naar aanleiding van het voorgaande nog vragen hebben, dan kun je contact met mij opnemen.