Selecteer een pagina

HR 19 juli 2019 ECLI:NL:HR:2019:1277

Bij dwangbehandeling op grond van het ‘externe gevaarscriterium’ (art. 38c, lid 1 onder a Wet Bopz)  dient er na een overplaatsing naar een ander psychiatrisch ziekenhuis  opnieuw een beoordeling door de behandelaar in het andere ziekenhuis omtrent de dwangbehandeling plaats te vinden. Dit geldt ook indien er sprake is van overplaatsing naar een andere vestiging van dezelfde zorginstelling.

 

dwangbehandeling

Aan betrokkene is tijdens zijn verblijf in de HIC-kliniek te Heerenveen een ‘aanzegging tot dwangbehandeling’ uitgereikt, ondertekend door de toen behandelend psychiater, gebaseerd op ‘extern gevaar’. Betrokkene heeft de rechtbank verzocht om schorsing van de beslissing tot dwangbehandeling. Ten tijde van de mondelinge behandeling was betrokkene inmiddels overgeplaatst naar een kliniek in Franeker. De rechtbank heeft het verzoek tot schorsing van de beslissing tot dwangbehandeling afgewezen.

Art. 38c Wet Bopz: extern gevaarscriterium

Art. 38c lid 1 onder a Wet Bopz bepaalt dat dwangbehandeling kan plaatsvinden voor zover aannemelijk is dat zonder die behandeling het gevaar dat de stoornis van de geestvermogens betrokkene doet veroorzaken niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen (het ‘externe gevaarscriterium’). De Hoge Raad verwijst naar het arrest van 21 september 2018, besproken in CB 2018-152, waarin de Hoge Raad voor het ‘interne gevaarscriterium’ (art. 38c lid 1 onder b Wet Bopz) onder meer heeft beslist dat bij overplaatsing van een patiënt naar een ander psychiatrisch ziekenhuis, de behandelaar van die patiënt in dat ziekenhuis (opnieuw) moet beoordelen of in dat ziekenhuis dwangbehandeling volstrekt noodzakelijk is.

De Hoge Raad oordeelt dat ook bij het ‘externe gevaarcriterium’ geldt dat na overplaatsing van de patiënt naar een ander psychiatrisch ziekenhuis, de behandelaar van die patiënt in dat andere ziekenhuis dan opnieuw moet beoordelen of aannemelijk is dat zonder dwangbehandeling het gevaar dat de stoornis van de geestvermogens betrokkene doet veroorzaken, niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen. De behandelaar in dat andere ziekenhuis dient dan een schriftelijke beslissing tot (voortzetting van de) dwangbehandeling te nemen op de voet van art. 38 lid 2 Wet Bopz. Is voldaan aan de voorwaarden van art. 38c lid 3 Wet Bopz dan geschiedt de (voortzetting van de) dwangbehandeling slechts krachtens een schriftelijke beslissing van de geneesheer-directeur van dat andere ziekenhuis.

Overplaatsing naar andere vestiging van dezelfde zorginstelling

Onder een psychiatrisch ziekenhuis wordt ingevolge art. 1 aanhef en onder h Wet Bopz verstaan: een door de minister als ‘psychiatrisch ziekenhuis’ aangemerkte zorginstelling of afdeling daarvan. In de bijlage behorend bij Regeling aanmerking psychiatrisch ziekenhuis Bopz 2018 staan zowel de kliniek te Heerenveen als de kliniek in Franeker vermeld. Deze klinieken zijn dus afzonderlijk aangemerkt als ‘psychiatrisch ziekenhuis’. De Hoge Raad oordeelt dat de overplaatsing van de kliniek te Heerenveen naar de kliniek in Franeker geldt als een overplaatsing naar een ander psychiatrisch ziekenhuis, ook al behoren beide klinieken tot dezelfde instelling.

De Hoge Raad vernietigt de beschikking en wijst het geding terug naar de rechtbank.

Cassatieblog.nl

Share This