Actualiteiten

Aanmaning zonder betalingstermijn heeft geen stuitende werking

Een aanmaning waarin geen betalingstermijn is opgenomen, is geen aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 Awb en heeft daarom geen stuitende werking.

 

De bevoegdheid tot invordering van verbeurde dwangsommen verjaart door verloop van één jaar. Dat bepaalt artikel 5:35 Awb.

 

Deze verjaring kan worden gestuit. De gronden waarop het bestuursorgaan deze verjaring kan stuiten staan limitatief genoemd in de artikelen 4:105 en 4:106 Awb. Artikel 4:106 Awb bepaalt dat de verjaring o.a. wordt gestuit door “een aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 Awb”.

 

Artikel 4:112 Awb bepaalt:

  1. Het bestuursorgaan maant de schuldenaar die in verzuim is schriftelijk aan tot betaling binnen twee weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de aanmaning is toegezonden.
  2. Bij wettelijk voorschrift kan een andere termijn worden vastgesteld.
  3. De aanmaning vermeldt dat bij niet tijdige betaling deze kan worden afgedwongen door op kosten van de schuldenaar uit te voeren invorderingsmaatregelen.

 

In de praktijk komt het nog wel eens voor dat een aanmaning niet volledig voldoet aan de eisen die hierboven staan beschreven. Is de aanmaning dan nog wel een aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 Awb? Met andere woorden, heeft zo’n aanmaning dan nog wel  stuitende werking?

 

Recent heeft de Afdeling een uitspraak gedaan over de vraag of een aanmaning waarin geen betalingstermijn was opgenomen stuitende werking had. Deze uitspraak is de laatste in een rij van uitspraken over aanmaningen die niet volledig voldeden aan de eisen van artikel 4:112 Awb. Ik heb die uitspraken hieronder op een rijtje gezet. 

 

  • De aanmaning bevat geen betalingstermijn

Een aanmaning waarin geen termijn is gesteld waarbinnen alsnog betaald moet worden heeft geen stuitende werking, ook al is aan alle andere vereisten wel voldaan en is vermeld dat het een aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 Awb betreft. ABRvS 6 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:327).

 

  • De aanmaning bevat een andere betalingstermijn dan twee weken

Als de aanmaning wel een betalingstermijn bevat, maar deze termijn een andere is dan de wettelijk voorgeschreven twee weken, dan heeft de aanmaning toch stuitende werking. Dat volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 8 oktober 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:3603). In die kwestie was in de aanmaning een termijn van acht dagen in plaats van twee weken vermeld. De Afdeling oordeelde dat de termijn waarbinnen moet worden betaald niet bepalend is voor de vraag of een aanmaning als een aanmaning in de zin van artikel 4:112 Awb kan worden aangemerkt.

 

  • De aanmaning bevat niet de waarschuwing van lid 3 van artikel 4:112 Awb

Het derde lid van artikel 4:112 Awb bepaalt dat de aanmaning moet vermelden dat bij niet tijdige betaling deze kan worden afgedwongen door op kosten van de schuldenaar uit te voeren invorderingsmaatregelen. Als deze waarschuwing niet wordt vermeld, dan heeft de aanmaning geen stuitende werking. ABRvS 22 juli 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2301).

 

  • De aanmaning vermeldt niet dat de kosten van dwanginvordering voor rekening van de schuldenaar kunnen komen

Als de aanmaning wel vermeldt dat bij niet tijdige betaling invorderingsmaatregelen kunnen worden genomen maar niet dat deze op kosten van de schuldenaar kunnen worden genomen, dan laat dat onverlet dat de aanmaning stuitende werking heeft. ABRvS 18 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2405).

 

Door Jaap IJdema