1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Contractuele afspraken tussen aandeelhouders: vennootschapsrechtelijke (door)werking?

Contractuele afspraken tussen aandeelhouders: vennootschapsrechtelijke (door)werking?

De tendens in de rechtspraak is dat wordt aangenomen dat aandeelhoudersovereenkomsten vennootschapsrechtelijke werking hebben. Dit houdt kortgezegd in dat besluitvorming in strijd met de bepalingen van een aandeelhoudersovereenkomst kan leiden tot vernietiging van de besluitvorming (wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid). Volgens de oude leer kon dergelijke besluitvorming wanprestatie inhouden, maar niet worden vernietigd. Geldt deze norm ook voor andere contractuele afspraken tussen aandeelhouders?
Leestijd 
Auteur artikel Valerie van Engelenburg - Sijberden
Gepubliceerd 13 augustus 2019
Laatst gewijzigd 13 augustus 2019

In mijn vorige artikel schreef ik al over strijdigheid tussen statuten en aandeelhoudersovereenkomst en waarop gelet dient te worden bij het (laten) opstellen van een aandeelhoudersovereenkomst.

De tendens in de rechtspraak is dat wordt aangenomen dat aandeelhoudersovereenkomsten vennootschapsrechtelijke werking hebben. Dit houdt kortgezegd in dat besluitvorming in strijd met de bepalingen van een aandeelhoudersovereenkomst kan leiden tot vernietiging van de besluitvorming (wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid). Volgens de oude leer kon dergelijke besluitvorming wanprestatie inhouden, maar niet worden vernietigd.

Naast een aandeelhoudersovereenkomst kunnen aandeelhouders ook (contractuele) afspraken vastleggen in een andere overeenkomst. Geldt de zogenoemde vennootschapsrechtelijke doorwerking voor die andere contractuele afspraken tussen de aandeelhouders, waardoor niet-naleving van deze afspraken de rechtsgeldigheid van de besluitvorming kunnen aantasten? Of geldt een andere norm?

In een recente uitspraak van de Rechtbank Zeeland – West-Brabant kwam onder meer deze vraag aan de orde.

Vennootschapsrechtelijke (door)werking

In bovengenoemde zaak gaat het om een familiebedrijf waarbij de aandelen in de topholding zijn gecertificeerd. De zeggenschap is altijd in handen is geweest van de familie. De certificaten worden gehouden door drie kinderen (voor het gemak: A, B en C). Via een bepaalde structuur kan de familie beslissende zeggenschap uitoefenen binnen het concern. Naar aanleiding van geschillen tussen A, B en C, is een settlement agreement (hierna: SA) aangegaan. De strekking van de SA was om A, B en C in een positie te brengen waarin zij de controle en gezamenlijke beslissende zeggenschap binnen het concern kunnen uitoefenen.

Nu deed zich het probleem voor dat B en C (her)benoemingsbesluiten hadden genomen in strijd met de strekking van de SA. B en C hadden A buiten de besluitvorming gehouden. A stelde zich vervolgens op het standpunt dat voornoemde besluiten vernietigbaar zijn wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid, doordat deze besluiten zijn genomen in strijd met de strekking van de SA. In A’s ogen dient de SA te worden gezien als een aandeelhoudersovereenkomst waaraan vennootschapsrechtelijke werking moet worden toegekend.

De rechtbank gaat hierin mee en oordeelt dat er gehandeld is in strijd met de redelijkheid en billijkheid, door A niet bij de besluitvorming te betrekken en de besluiten te nemen met het doel om A zeggenschap binnen het concern te ontnemen. De SA heeft hiermee vennootschapsrechtelijke werking. Dat de vennootschap geen partij is bij de SA maakt in dit geval geen verschil, nu de SA wordt gezien als een bevestiging van de reeds bestaande gezamenlijke invloed van de familie. De (her)benoemingsbesluiten worden vernietigd, hetgeen tot gevolg heeft dat de governance en structuur van het concern zoveel mogelijk wordt teruggebracht in de oude toestand. Een belangrijke nuance: de vennootschapsrechtelijke (door)werking van de SA gaat niet zo ver dat de governance en structuur van de concern in overeenstemming dient te worden gebracht met de uitgangspunten van de SA, aangezien de vennootschap geen partij is bij de SA.

Juridisch advies

De hiervoor genoemde uitspraak is een voorbeeld van een ontwikkeling waarin vennootschapsrechtelijke (door)werking ruimere toepassing krijgt. Gelet op die tendens is het van belang om bij het sluiten van contractuele afspraken tussen aandeelhouders daar alert op te zijn en dat goed wordt gekeken naar de inhoud en de strekking van de contractuele afspraken tussen aandeelhouders, mede met het oog op toekomstige besluitvorming. Dirkzwager voorziet hierbij graag van juridisch advies.