Home Rekenrente vastgesteld op basis van (niet aangenomen) conceptrichtlijn van De Letselschade Raad

KBS

Rekenrente vastgesteld op basis van (niet aangenomen) conceptrichtlijn van De Letselschade Raad

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in de deelgeschilbeschikking van 9 juli 2019 bepaald dat bij de kapitalisatie van de schade uitgegaan moet worden van de (in ontwikkeling zijnde) conceptrichtlijn Rente en Inflatie van De Letselschade Raad.

Wat speelde er? Verzoekster, destijds 13 jaar, is tijdens het hardlopen met hoge snelheid van achteren door een auto aangereden. Hierdoor heeft zij ernstig letsel, waaronder hersenletsel opgelopen. Het percentage blijvende invaliditeit gehele persoon is op neurologisch gebied 62% en op orthopedisch gebied 32%.

Naast de rekenrente is onderwerp van dit deelgeschil hoe de hypothetische werksituatie zonder ongeval eruit zou hebben gezien. Verzoekster stelt dat zij zonder ongeval fulltime als dierenartsassistente tot haar pensioengerechtigde leeftijd (67,5 jaar) zou hebben gewerkt. De rechtbank gaat daar – kortgezegd – in mee.

Over de wijze waarop haar toekomstige schade moet worden gekapitaliseerd, beroept verzoekster zich op de conceptrichtlijn Rente en Inflatie van juli 2017 van De Letselschade Raad. Verweerder, de verzekeraar van de automobilist, voert aan dat de conceptrichtlijn (nog) niet door De Letselschade Raad is aangenomen vanwege ernstige kritiek van ‘de achterban’ en dat er niet voldoende draagvlak is van de partijen die zich in De Letselschade Raad hebben verenigd.

Daar gaat de rechtbank niet in mee. De rechtbank stelt voorop dat het bij de toekomstige rente- en inflatieontwikkeling aankomt op de redelijke verwachting van de rechter die over de feiten oordeelt. De rechtbank benadrukt dat het gekapitaliseerde bedrag is bedoeld om daarmee toekomstige, periodiek te lijden schade te dekken, waaronder arbeidsvermogensschade. Daarmee strookt dat van een slachtoffer redelijkerwijs niet mag worden verwacht dat zij ter verkrijging van rendement over de gekapitaliseerde schade zodanige risico’s met het uit te keren bedrag neemt dat haar bestaansonzekerheid in de toekomst kan worden aangetast. Volgens de rechtbank is de Werkgroep Normering van De Letselschade Raad, die zich bezighoudt met de ontwikkeling van de conceptrichtlijn, bij de vaststelling van de normpercentages uitgegaan van de juiste toetsingsmaatstaf. Concreet betekent dit: 1,3% rendement en 1,5% inflatie voor de eerste 5 jaren, 2,2% rendement en 1,6% inflatie tijdens de daarop volgende 15 jaren en daarna (dus na 20 jaren) 3,6% rendement en 1,9% inflatie.

Hoewel De Letselschade Raad zelf benadrukt dat “het niet de bedoeling is om een conceptversie van een nog in ontwikkeling zijnde richtlijn als officiële bron te hanteren” en de ontwikkeling van het concept door zwaarwegende bezwaren niet kan worden afgerond, is deze beslissing van de rechtbank gestoeld op die conceptversie. De praktijk zal nu uitwijzen hoe partijen bij langlopende schades bij de berekening van toekomstige schade omgaan met rente- en inflatiepercentages.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven