Mogen arbeidsmigranten gehuisvest worden als de bestemming ‘wonen’ en ‘kamergewijze bewoning’ is?

Blog

 

Schenkeveld Advocaten - asperges

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “de Afdeling”)  beantwoordt in een recente uitspraak  de vraag of arbeidsmigranten gehuisvest mogen worden als de bestemming ‘wonen’ en ‘kamergewijze’ bewoning’ geldt. Ook gaat de Afdeling in op het verschil tussen logies en wonen.

De Stichting Mitros (hierna: “de Stichting”) wil een voormalig woonzorgcomplex met ongeveer 100 kamers verbouwen voor studentenhuisvesting. De benodigde vergunning hiervoor is bij besluit van 20 januari 2015 aan de Stichting verleend. Vervolgens is er een huurovereenkomst gesloten met de Stichting die delen van het complex onderverhuurt aan diverse partijen waaronder arbeidsmigranten.

Omgevingsvergunning van rechtswege

De rechtbank is van oordeel dat er een omgevingsvergunning van rechtswege is ontstaan doordat er niet tijdig een besluit is genomen op de aanvraag die in de zienswijze stond opgenomen. De vraag of daar sprake van is, wordt in een ander blog behandeld.

Huisvesting arbeidsmigranten toegestaan?

De inhoudelijke vraag in deze zaak is of huisvesting van arbeidsmigranten is toegestaan. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan “Actualisering diverse gebieden”. Op het perceel rusten  de bestemmingen “Gemengd” en “Archeologie” met de functieaanduiding “Kantoor”. Bovendien is er een vergunning verleend voor “Ombouw zorg naar studentenhuisvesting”. Gelet op de vergunning mag het pand worden gebruikt voor “wonen” en meer specifiek voor “kamergewijze bewoning”.

Logies of wonen?

Tussen partijen is in geschil of het perceel ten tijde van het opleggen van de last onder dwangsom werd gebruikt voor logies of voor wonen/kamergewijze bewoning.

Geen strijd omgevingsvergunning

De Afdeling is van oordeel dat de Stichting terecht heeft betoogd dat het gebruik van het pand voor bewoning door arbeidsmigranten niet in strijd is met de omgevingsvergunning die is verleend. In de omgevingsvergunning staat opgenomen ‘kamergewijze bewoning’, waarbij met name is gedacht aan studenten en starters, maar bewoning door een andere groep is niet uitgesloten. Het is dan ook aan het college om aan te tonen dat er geen sprake is van bewoning, maar van logies. Het college heeft volgens de Afdeling niet aan die verplichting voldaan.

Het feit dat kamers aan arbeidsmigranten ter beschikking worden gesteld gedurende de periode dat ze een arbeidsovereenkomst hebben en deze kamers na drie à vier maanden weer werden verlaten, betekent volgens de Afdeling niet dat om die reden geen sprake is van kamergewijze bewoning, maar sprake zou zijn van logies. Ook het feit dat een woonadres in Polen staat opgenomen in de huurovereenkomsten en dat de kamers onpersoonlijk zijn ingericht en weinig persoonlijke eigendommen aanwezig zijn, leidt niet tot die conclusie. Hieruit volgt namelijk niet dat het pand voor logies werd gebruikt. Bovendien ontbreken naar het oordeel van de Afdeling de bij logies behorende faciliteiten zoals gemeenschappelijke maaltijdverstrekking. Daarnaast worden de kamers niet enkel gebruikt om te overnachten. Het college heeft dan ook onterecht het standpunt ingenomen dat het pand werd gebruikt voor logies.

Conclusie

Het voorgaande betekent dat nu vaststaat dat verhuur aan arbeidsmigranten op de huidige wijze is toegestaan. Mocht u vragen hebben over dit onderwerp, neem dan contact op met één van onze specialisten overheidsrecht.

Lees meer over de huisvesting van arbeidsmigranten.