Update: werkgevers wel verplicht om slapende dienstverbanden te beëindigen

Op 18 september 2019 is bekend geworden dat de Advocaat-Generaal (A-G) vindt dat een werkgever wel verplicht is om op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer een slapend dienstverband te beëindigen, onder betaling van de wettelijke transitievergoeding.

Eerder hebben wij artikelen geschreven over de eventuele verplichting voor een werkgever om een slapend dienstverband te beëindigen. Door verschillende rechters werd geoordeeld dat het slapend houden van een dienstverband niet in strijd is met goed werkgeverschap. Begin dit jaar volgde echter een aantal uitspraken waarin geoordeeld werd dat het in sommige situaties wel in strijd kan zijn met goed werkgeverschap. De rechtbank Limburg heeft op 10 april 2019 prejudiciële vragen – dit zijn vragen aan de hoogste rechter over uitleg van een rechtsregel – gesteld aan de Hoge Raad. Kern van de vraag was of, en zo ja onder welke omstandigheden, een werkgever als goed werkgever akkoord moet gaan met het voorstel van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer tot beëindiging van het slapende dienstverband, onder betaling van de wettelijke transitievergoeding. 

In Nederland is het gebruikelijk dat voordat de Hoge Raad een beslissing neemt een advies wordt geschreven door de A-G. Op 18 september 2019 is in deze zaak dat advies gepubliceerd. 

Wat is het advies van de Advocaat-Generaal?

De A-G vindt dat een werkgever in beginsel wél verplicht is om op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer een slapend dienstverband te beëindigen onder betaling van de wettelijke transitievergoeding. Aangezien het vanaf volgend jaar mogelijk is om een compensatie aan te vragen voor de transitievergoeding die is betaald aan een langdurige zieke werknemer, wordt geen waarde meer gehecht aan het argument dat het beëindigen van het dienstverband hoge kosten met zich meebrengt. Verder geeft de A-G aan dat het duidelijk is dat de wetgever af wil van de slapende dienstverbanden. Op grond daarvan brengt de eis van goed werkgeverschap met zich mee dat een werkgever een werknemer niet in een slapend dienstverband mag houden met als enige reden om de betaling van de transitievergoeding te ontlopen. Dit kan overigens anders zijn als sprake is van gerechtvaardigde belangen om de werknemer toch in dienst te houden, bijvoorbeeld als er een reëel uitzicht is op re-integratie. 

Het advies van de A-G is een onafhankelijk advies. De Hoge Raad is vrij in het al dan niet volgen van dit advies. Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet, maar wanneer er ontwikkelingen zijn dan brengen wij u hiervan op de hoogte.  

Heeft u vragen over dit onderwerp?
Neem contact op met één van de advocaten van het team Arbeid van Goorts + Coppens

 

 

 


Gepubliceerd op 

19 september 2019