Hoge bomen vangen veel wind: redelijke grond bij het ontslag van een statutair bestuurder

Great winds blow upon high hills: reasonable grounds in case of dismissal of a director under the articles of association
Content Type Article
Language Dutch
Subjects Directors, Dismissal

Overview

De redelijke grond bij het ontslag van een statutair bestuurder. Het wettelijk kader en een greep uit de rechtspraak.

 

Achtergrond

Het spreekwoord "hoge bomen vangen veel wind" wordt in het kader van ontslag van een statutair bestuurder regelmatig aangehaald. Daar wordt mee bedoeld dat een statutair bestuurder, gezien zijn bijzondere rechtspositie binnen de vennootschap, minder ontslagbescherming geniet dan een "normale" werknemer en dat voor het hebben van een redelijke grond voor ontslag (ex artikel 7:669 BW) minder zware eisen (zouden) gelden.

Wettelijk kader

De statutair bestuurder heeft twee rechtsverhoudingen met de vennootschap: i) de vennootschapsrechtelijke rechtsverhouding door zijn of haar benoeming tot bestuurder en ii) de contractuele rechtsverhouding op grond van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht. In beginsel heeft de algemene vergadering van aandeelhouders de wettelijke bevoegdheid om een statutair bestuurder te allen tijde te ontslaan. De Hoge Raad heeft in de zogenaamde "15 april-arresten" in 2005 geoordeeld dat het beëindigen van de vennootschapsrechtelijke verhouding van rechtswege resulteert in het einde van de arbeidsovereenkomst, mits er geen opzegverbod geldt en ook geen afwijkende afspraak is gemaakt tussen partijen.

Anders dan bij "normale" werknemers geldt er bij het ontslag van statutair bestuurders geen preventieve ontslagtoets. Wel moet één van de redelijke gronden, zoals opgenomen in de limitatieve lijst van artikel 7:669 BW aanwezig zijn voor het ontslag van de bestuurder. Ontbreekt een dergelijke grond dan tast dit de rechtsgeldigheid van het ontslag niet aan, maar heeft de statutair bestuurder de mogelijkheid om een billijke vergoeding te vorderen. Een vordering tot herstel van de arbeidsrelatie is op basis van de wet uitgesloten.

Hoge bomen vangen veel wind?

In een uitspraak van het Hof Leeuwarden van 1 februari 2011 (ECLI:NL:GHLEE:2011:BP7323) nam het hof in aanmerking dat een statutair bestuurder:

"[…] niet zonder meer vergelijkbaar is met een andere werknemer. Een statutair directeur heeft een hoger afbreukrisico (vetgedrukt: SdG) dan een andere werknemer en loopt het risico ontslagen te worden vanwege het enkele feit dat de resultaten van de vennootschap tegenvallen, hij over onvoldoende draagvlak bij de medewerkers beschikt of het vertrouwen van de aandeelhouders verliest, ook wanneer hem daarvan geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Er mag van worden uitgegaan dat bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden, waarop een statutair directeur doorgaans de nodige invloed heeft, reeds rekening is gehouden met dit risico doordat een hoog inkomen (inclusief een bonusregeling) is vastgesteld en/of een lange opzegtermijn al dan niet in combinatie met een ontslagvergoeding zijn overeengekomen."

In gelijke zin oordeelde de Rechtbank Den Haag in november 2018 (ECLI:NL:RBDHA:2018:16170), waarbij de rechtbank minder zware eisen stelt aan de redelijke gronden-toets voor ontslag van een statutair bestuurder. De rechtbank achtte daarvoor redengevend dat op een bestuurder – als de hoogste leidinggevende binnen de organisatie – grote verantwoordelijkheden rusten ten aanzien van de onderneming. Die grote verantwoordelijkheid komt ook terug in de hogere vergoeding die statutair bestuurders over het algemeen ontvangen. Indien de bestuurder de verantwoordelijkheden niet meer op de beste wijze kan bevorderen, moet er ruimte zijn voor de algemene vergadering van aandeelhouders om de bestuurder te vervangen. De rechtbank geeft aan dat dit bij uitstek een ondernemersbeslissing is "die naar haar aard slechts marginaal kan worden getoetst".

Bovengenoemde uitspraak is het tegenovergestelde van het oordeel van de Rechtbank Rotterdam van 24 oktober 2017 (ECLI:NL:RBROT:2017:8137). Deze rechtbank stelde aan de redelijke grond voor het ontslag juist zwaardere eisen, omdat de statutair bestuurder een beperktere ontslagbescherming geniet vanwege het ontbreken van de preventieve ontslagtoets.

In een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 14 maart 2019 (ECLI:NL:RBAMS:2019:2115) lijkt de rechtbank een middenweg te vinden. De rechtbank stelt voorop:

"[…] het duale stelsel brengt evenwel mee dat er voor de beëindiging van de contractuele, arbeidsrechtelijke, overeenkomst tevens een redelijke grond voor opzegging in de zin van artikel 7:669 BW aanwezig moet zijn. Uit de wet, noch wetsgeschiedenis blijkt dat aan de toets voor het aanwezig zijn van een redelijke grond in het geval van een statutair bestuurder minder zware eisen mogen worden gesteld (vetgedrukt: SdG)​."

De lijn in de jurisprudentie laat zien dat het grondenstelsel onverminderd van toepassing is op statutair bestuurders. In die zin is de positie van statutair bestuurders niet anders dan die van "normale" werknemers. Omstandigheden die specifiek gelegen zijn in de unieke positie van een bestuurder binnen de onderneming kunnen evenwel bijdragen aan de onderbouwing en motivatie van de redelijke grond.

Hoewel het spreekwoord "hoge bomen vangen veel wind" nog steeds van betekenis is bij het ontslag van een statutair bestuurder, laat de wisselende jurisprudentie zien dat een goed onderbouwde redelijke grond nog steeds van (groot) belang is. Daarmee wordt immers het risico gemitigeerd dat de vennootschap achteraf een (hoge) billijke vergoeding wegens het ontbreken van een redelijke grond verschuldigd is aan de ontslagen statutair bestuurder.

Contact Information
Sanne de Gier
Associate Employment at Allen & Overy
+31 20 674 1121

Disclaimer

This site is provided for general information purposes only and does not constitute legal or other professional advice. It is not comprehensive and does not include all recent developments. Specific advice should always be sought in relation to any legal issue. Allen & Overy LLP does not accept any responsibility for any loss which may arise from reliance on information contained in this site. Use of this website is subject to the Terms of use that can be viewed in full on the website. The reproduction, permanent storage or retransmission of the contents of this website is prohibited without the prior written consent of Allen & Overy LLP.