Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur terecht een vergrijpboete heeft opgelegd nadat gebleken is dat eiser voor de hem toegekende ontslagvergoeding geen stamrecht heeft bedongen.

X ontvangt in 2012 van zijn ex-werkgever een ontslagvergoeding van € 62.207. X verzoekt de Belastingdienst om toepassing van de stamrechtvrijstelling. De Belastingdienst gaat hiermee akkoord en geeft aan welke voorwaarden er gelden. De werkgever stort het bedrag op rekening van X' stamrecht-bv. X sluit echter geen stamrechtovereenkomst met zijn bv. Na ontvangst maakt X het bedrag over van de bankrekening van zijn bv naar zijn privérekening. Als de inspecteur er in 2017 achter komt dat er geen stamrechtovereenkomst is, legt hij een navorderingsaanslag IB/PVV 2012 op alsmede een vergrijpboete van 25%. Deze boete verlaagt hij na bezwaar naar € 4000. In geschil is de vergrijpboete.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de opgelegde vergrijpboete passend en geboden is. Toen X het bedrag overmaakte naar zijn privérekening, had hij kunnen en moeten begrijpen dat dit niet in overeenstemming is met de voorwaarden die de Belastingdienst hem kenbaar heeft gemaakt. Dit geldt ook als een belastingplichtige niet fiscaal deskundig is en sprake is van een redelijk complexe regeling met specifieke voorwaarden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 28 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen