Rechtbank Noord-Nederland oordeelt: misbruik AVG

In de uitspraak van 23 april 2019 die op 2 september werd gepubliceerd, oordeelt de rechtbank Noord-Nederland dat eiser misbruik maakt van recht onder de AVG, door beroep in te dienen tegen de beslissing op bezwaar inzake een Wbp-besluit (ECLI:NL:RBNNE:2019:3761). De rechtbank vindt aannemelijk dat eiser de persoonsgegevens heeft opgevraagd voor het voeren van verweer in de procedure die hij tegen de burgemeester van Groningen voert, over een afgewezen exploitatievergunning. In die procedure speelt de informatie die de burgemeester en de Belastingdienst over hem wisselden, een belangrijke rol.

Eiser vroeg bij de Belastingdienst om alle gegevens die waren gewisseld met de burgemeester. Hij deed dit door een gelijkluidend Wbp- én Wob-verzoek in te dienen. Uit het feit dat de verzoeken gelijkluidend zijn, leidt de rechtbank af dat eiser een integrale verstrekking van stukken beoogt van alle informatie die is uitgewisseld tussen de burgemeester en de Belastingdienst. Voor inzicht in de stukken die ten grondslag liggen aan de beoordeling om geen exploitatievergunning te verstrekken, kan eiser echter een beroep op doen op artikel 8:42, eerste lid van de Awb. Dat artikelonderdeel verplicht het bestuursorgaan de op de zaak betrekking hebbende stukken in te zenden. Daarbij stelt de rechtbank vast dat in het kader van de AVG - die inmiddels van toepassing is in plaats van de Wbp - hooguit aanspraak bestaat op inzage van de eiser betreffende feitelijke persoonsgegevens die de Belastingdienst verwerkt. Voor zover moet worden geconstateerd dat het eiser uiteindelijk niet gaat om de juistheid van hem betreffende feitelijke persoonsgegevens die op die informatiedragers voorkomen, maar het eiser te doen is om informatie te verkrijgen die hij wil gebruiken in een eventueel andere procedure is de rechtbank van oordeel dat daarmee sprake is van misbruik van het recht. De rechtbank ziet hierin een vergelijkbare situatie als aan de orde in de uitspraak van de Afdeling van 6 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:347).

Hoewel de Afdeling in de uitspraak van 23 januari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:181) heeft geoordeeld dat de Wob en de Wbp (thans AVG) verschillende materie betreffen die maakt dat het oordeel dat er misbruik van recht is gemaakt ter zake van de Wob niet zonder meer betekent dat ook van misbruik van de Wbp/AVG sprake zou zijn, is hier naar het oordeel van de rechtbank gelet op de geschetste omstandigheden echter voldoende reden om ook misbruik van het recht aan te nemen onder de AVG. Daarbij is ter zitting gebleken dat inmiddels alle stukken waaronder een controlerapport reeds in het bezit zijn van eiser. De rechtbank is niet gebleken dat er nog andere persoonsgegevens zijn verwerkt door verweerder.