Home Heimelijk opgenomen geluidsopnames inbrengen bij de tuchtrechter: niet onrechtmatig (wel onfatsoenlijk?)

KBS

Heimelijk opgenomen geluidsopnames inbrengen bij de tuchtrechter: niet onrechtmatig (wel onfatsoenlijk?)

Het als bewijsmiddel indienen van heimelijk opgenomen geluidsopnames en het gebruik daarvan door de tuchtrechter is niet zonder meer onrechtmatig, tenzij er sprake is van bijkomende omstandigheden. De betrokken gesprekspartners van de opname niet informeren kan dan wel onfatsoenlijk zijn, maar het leidt niet altijd tot uitsluiting van bewijs.

Dat overwoog het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven onlangs in een tuchtzaak waarin klager van verschillende gesprekken met verweerder (een bedrijfsarts) heimelijk geluidsopnames had gemaakt, hiervan transcripties had gemaakt en deze als producties aan het tuchtcollege had overgelegd. Omdat er geen sprake was van bijkomende omstandigheden, heeft het tuchtcollege deze producties niet van het bewijs uitgesloten. Hoe zit dat precies?

Dat patiënten een gesprek met een arts voor privégebruik mogen opnemen is niet alleen wettelijk toegestaan, maar is volgens de (voormalig) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ook verstandig. Een geluidsopname kan de zorgverlening ondersteunen en de patiënt grip geven op het zorgtraject.

De andere zijde van de medaille is dat het maken van een geluidsopname het gesprek (bewust of onbewust) kan beïnvloeden of voor de arts ongemakkelijk kan voelen. Soms vrezen artsen de verspreiding van de opname via social media, verstoring van de vertrouwensrelatie of juridisering van de arts-patiëntrelatie. Ook patiënten kunnen zich onbehaaglijk voelen om te vertellen dat ze een geluidsopname willen maken. Sommige patiënten zullen dat dan ook niet vragen of zullen stiekem het gesprek opnemen.

De tuchtrechter mag deze heimelijke opgenomen geluidsopnames toestaan als bewijsmiddel in een tuchtprocedure. Dit is alleen anders als er sprake is van bijkomende omstandigheden.

Als de patiënt de arts niet voorafgaand informeert over het voornemen het gesprek op te nemen, het gesprek daadwerkelijk opneemt en vervolgens in een tuchtprocedure als bewijs inbrengt, is dat niet zonder meer onrechtmatig. Het kan volgens de tuchtrechter dan wel ‘vanzelfsprekend onfatsoenlijk’, maar wordt niet als ‘bijkomende omstandigheid’ gekwalificeerd. Of een geluidsopname als bewijs in een tuchtprocedure mag worden gebruikt, beslist de tuchtrechter. De arts kan zich er eventueel op beroepen dat de opname een ontoelaatbare inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer oplevert.

Kortom: ook heimelijk opgenomen gesprekken kunnen als bewijsmiddel gelden. Met dit in het achterhoofd hierna enkele praktische informatie:

  • een patiënt mag (zonder aankondiging) een gesprek met een arts voor privégebruik opnemen;
  • openbaarmaking van deze opname op bijvoorbeeld social media mag alleen als de arts hiermee heeft ingestemd (daarmee zou de patiënt namelijk inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van de arts);
  • voor beeldopnames gelden strengere eisen dan voor geluidsopnames. Het maken van heimelijke beeldopnames is – in tegenstelling tot heimelijke geluidsopnames – niet toegestaan (en strafrechtelijk verboden);
  • en als arts zelf (beeld/geluids)opnames maken, bijvoorbeeld voor onderwijsdoeleinden? Eerst toestemming vragen aan (en krijgen van) de patiënt! Een geluidsopname waarop een patiënt te horen is, valt onder het medisch beroepsgeheim.

Zie voor meer informatie ook de handreiking voor artsen ‘Opnemen van gesprekken door patiënten’ van de KNMG.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven