Samenvatting advies initiatiefwetsvoorstel over de lidmaatschap EU in de Grondwet

Gepubliceerd op 10 december 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Verhoeven en Jetten over de toevoeging van bepalingen aan de Grondwet over het lidmaatschap van de Europese Unie.

Het advies is op 10 december 2019 openbaar gemaakt.

Lidmaatschap EU in de Grondwet

Het voorstel voegt aan de Grondwet toe dat het Koninkrijk lid is van de Europese Unie (EU). De initiatiefnemers zien zo’n grondwettelijke verankering als een fundamentele erkenning van het belang van de Europese Unie voor de nationale rechtsorde; zij vinden het onjuist als daaraan niet op het niveau van de Grondwet aandacht wordt besteed.

Drie criteria

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft het voorstel aan de hand van de gebruikelijke criteria voor grondwetswijziging beoordeeld.

Het eerste criterium houdt in dat de Grondwet alleen onderwerpen regelt die tot de hoofdelementen van ons staatsbestel behoren. Van de EU kan dat zonder meer worden gezegd; zij heeft onmiskenbaar invloed op de economie, de nationale instituties en de burger. Het tweede criterium houdt in dat brede en duurzame overeenstemming is over het belang van een onderwerp. Dat is hier het geval. Er wordt de laatste jaren vooral nuchter en pragmatisch tegen de EU aangekeken, maar er is in Nederland altijd brede steun geweest voor de idealen van de EU. Het laatste criterium houdt in dat het voorstel past bij het normatieve karakter van de Grondwet. Ook dat is het geval: het Nederlandse lidmaatschap van de EU is niet vrijblijvend, maar betekent een verankering van de waarden van menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. Het voorstel van beide Kamerleden is daarmee normatief.

Daarom is het volgens de Afdeling advisering begrijpelijk dat in de Grondwet een bepaling over het lidmaatschap van de EU wordt opgenomen. Wel zou de toelichting op dit punt moeten worden aangevuld.

Noodzaak van een procedurele bepaling in de Grondwet

Het voorstel bevat een regeling die moet waarborgen dat het lidmaatschap van de EU pas kan worden opgezegd als dat lidmaatschap eerst uit de Grondwet is verwijderd. De Afdeling advisering acht zo’n bepaling niet nodig. Een bepaling over het EU-lidmaatschap is immers normatief; is zo’n bepaling in de Grondwet opgenomen, dan is opzegging van het EU-lidmaatschap zonder aanpassing van die bepaling vanzelfsprekend ongrondwettig.

Parlementaire betrokkenheid bij Europese besluitvorming

Het voorstel bepaalt verder dat er een wet moet komen die regelt hoe het parlement wordt betrokken bij de Europese besluitvorming. Deze bepaling is volgens de Afdeling advisering niet nodig: de Grondwet regelt al dat de regering het parlement informatie moet verschaffen. Bovendien is die verplichting nader uitgewerkt in afspraken tussen regering en beide Kamers over het verschaffen van informatie over Europese besluitvorming. De Afdeling adviseert daarom dit onderdeel van het voorstel te schrappen.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en de reactie van de indieners.