Omzetbelasting
Toelichting op intrekking beroep in cassatie van 7 februari 2019, nr. 2019-0000016727, tegen Hof ’s-Hertogenbosch 9 november 2018, nr. 17/00647, ECLI:NL:GHSHE:2018:4636.
Inhoudsindicatie uitspraak Hof op rechtspraak.nl:
Omzetbelasting. Is het chalet roerend of onroerend voor de omzetbelasting? Het chalet is in dit geval in zijn standplaats geïntegreerd, uitsluitend en duurzaam bestemd om als recreatiewoning aldaar te worden gebruikt. Het chalet kan niet gemakkelijk worden verwijderd. Het Hof is van oordeel dat in dit geval de levering van het perceel grond met daarop het mobiele chalet, de tuin en het erf een functionele en economische eenheid vormen die in zijn geheel is aan te merken als de levering van een onroerende zaak.
De staatssecretaris van Financiën trekt zijn beroep in cassatie in. Ter toelichting merkt hij het volgende op:
Het geschil betreft de beantwoording van de vraag of de onderhavige levering van het chalet als levering van een roerende zaak is belast met omzetbelasting of de levering van een onroerende zaak betreft die is vrijgesteld van omzetbelasting op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel a, van de Wet OB.
Als rechtskader gebruikt het Hof (r.o. 4.5) in dit verband dat het voor het kwalificeren als onroerende zaak niet nodig is dat het goed onlosmakelijk met de grond is verbonden. Van belang is wel dat het goed niet gemakkelijk te demonteren en te verplaatsen (en dus verwijderbaar) is. Gemakkelijk verwijderbaar betekent in dit kader ‘zonder inspanningen en zonder aanzienlijke kosten’. Hiermee geeft het Hof geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting uit te gaan. Zie o.a. HvJ 16 januari 2003, Maierhofer, C-315/00, ECLI:EU:C:2003:23, en HvJ 15 november 2012, Leichenich, C-532/11, ECLI:EU:C:2012:720.
Vervolgens is het een beoordeling van feitelijke aard aan de hand van de gebezigde bewijsmiddelen of in het specifieke geval dat aan de orde is wel of geen sprake is van een onroerende zaak. In het gestelde in r.o. 4.6 ligt besloten dat volgens het Hof de verwijdering van het chalet niet zonder inspanningen zal kunnen gebeuren - met het risico van uiteenvallen van het chalet bij verplaatsing - en niet zonder het maken van aanzienlijke kosten. Een dergelijke beoordeling is voorbehouden aan de feitenrechter en het oordeel is in het licht van het gestelde in deze zaak niet onbegrijpelijk.
Op grond van het voormelde kan van het instellen van beroep in cassatie tegen het oordeel van het Hof dat de levering van het chalet is aan te merken als de levering van een onroerende zaak geen succes worden verwacht. Hieraan doen de omstandigheden dat het Hof tevens betekenis heeft toegekend aan het respecteren van het lopende huurcontract en het chalet mede beziet in relatie tot de grond, de tuin en het erf als een functionele en economische eenheid, niet af.