Handhaving op grond van de nieuwe noodverordening: kan dat ook via een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom?

Op 23 maart 2020 heeft het kabinet strengere maatregelen genomen in de strijd tegen een verdere verspreiding van het Corona virus. Aanleiding voor de aanscherping van de bestaande maatregelen vormde onder meer het vrijetijdsgedrag van veel Nederlanders, dat zich afgelopen weekend uitte in overvolle stranden, parken en bouwmarkten. Op basis van nieuwe noodverordeningen worden de strengere maatregelen van het kabinet gehandhaafd.

Wat opvalt is dat in de toelichting bij deze nieuwe noodverordeningen wordt vermeld dat de voorzitter van de veiligheidsregio ingevolge artikel 125 Gemeentewet jo. artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) een last onder bestuursdwang of dwangsom kan opleggen. De vraag is gerechtvaardigd of dat daadwerkelijk uit die artikelen volgt.

Nieuwe noodverordeningen
Eerst even wat achtergrondinformatie. De aangescherpte maatregelen die het kabinet op maandagavond 23 maart heeft genomen zijn onder meer de volgende:

  • Alle bijeenkomsten (waaronder evenementen), ook met minder dan 100 personen, zijn tot 1 juni 2020 afgelast;
  • Alle (overige) samenkomsten zijn tot en met 6 april verboden. Hierop gelden enkele uitzonderingen, zoals voor begrafenissen en bruiloften;
  • Er geldt een verbod op groepsvorming in de daartoe aangewezen gebieden, inhoudende dat er geen groepsvorming mag plaatsvinden met 3 of meer mensen die niet de 1,5 meter afstand in acht nemen en die geen huishouden vormen. Dit geldt niet voor kinderen tot en met twaalf jaar;
  • Bepaalde locaties kunnen worden gesloten, zoals campings en parken;
  • Via nieuwe noodverordeningen wordt bewerkstelligd dat een en ander beter kan worden gehandhaafd.

In lijn met deze maatregelen hebben reeds enkele voorzitters van de in totaal 25 veiligheidsregio’s nieuwe noodverordeningen vastgesteld.

Handhaving: de last onder bestuursdwang en dwangsom
Opvallend is dat de toelichting bij de nieuwe noodverordeningen – net zoals die bij de ”oude” –  het volgende bepaalt:

Ook kan de plaatsvervangend voorzitter van de veiligheidsregio een last onder bestuursdwang of dwangsom opleggen (artikelen 125 van de Gemeentewet jo. artikel 39 Wet veiligheidsregio’s).

Dit is opvallend omdat noodbevoegdheden tot het regime van artikel 5:23 Algemene wet bestuursrecht (Awb) behoren, waardoor artikel 125 Gemeentewet volgens diverse rechtsliteratuur eigenlijk helemaal niet van toepassing zou zijn. Noodbevoegdheden zijn immers toegekend ”ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde”. Onder onmiddellijke handhaving wordt verstaan de feitelijke dan wel daadwerkelijke handhaving van de openbare orde door de politie onder leiding van de burgemeester, welke leiding in dit geval wel via de Wvr bij uitsluiting is toegekend aan de voorzitter van de veiligheidsregio’s. De handhavingsbevoegdheid van de politie vindt dan zijn grondslag in de artikelen 3 en 7 Politiewet. Het handelen in strijd met een noodverordening is strafbaar gesteld in artikel 443 Wetboek van Strafrecht (Sr). De straf die hierop staat is een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden. De opsporingsambtenaren kunnen een proces-verbaal opstellen voor het overtreden van dit artikel.

Daarnaast is van belang dat de wettekst zelf eigenlijk geen steun biedt voor het standpunt in de toelichting (van de noodverordeningen) dat artikel 125 Gemeentewet door de voorzitter van de veiligheidsregio kan worden toegepast. Uit de artikelen 39 en 63 Wvr volgt simpelweg niet dat de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang en dwangsom door de wetgever is toegekend aan de voorzitter van de veiligheidsregio.

In een eerder blog van team Bestuursrecht is aandacht besteed aan de wettelijke grondslag van de sluiting van o.a. horeca en het annuleren van alle evenementen voor meer dan 100 personen. Uit deze blog volgt dat de voorzitter van de veiligheidsregio in het kader van de bestrijding van het Corona virus op grond van artikel 39 Wvr bij uitsluiting bevoegd is om aan de artikelen 172 tot en met 177 van de Gemeentewet – met uitzondering van artikel 176, derde tot en met zesde lid – toepassing te geven. Nu de artikelen 39 en 63 Wvr de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang en dwangsom niet noemen, lijkt het er dan ook op dat de voorzitter van de veiligheidsregio die bevoegdheid strikt juridisch bezien niet heeft. Hetzelfde geldt overigens mogelijk ook voor de burgemeester, maar dan wegens een andere reden. De burgemeester kan die bevoegdheid namelijk enkel inzetten bij zijn eigen lokale noodverordeningen, en niet ter handhaving van een noodverordening die afkomstig is van de voorzitter van de veiligheidsregio, zodat de handhavingsbevoegdheid via herstelsancties mogelijk ook ontbreekt voor de burgemeester.

Meer informatie
Om ondernemingen en instellingen in deze roerige periode zo goed mogelijk te helpen, heeft Boels Zanders een corona-desk geopend. De Corona-desk is een telefonische advieslijn waar wij vragen van ondernemingen en instellingen beantwoorden. De Corona-desk is te bereiken via een apart telefoonnummer 088 – 30 40 200.

Daarnaast kunt u ook www.boelszanders.nl/coronavirus raadplegen waarop een Q&A (veel gestelde vragen en antwoorden) is opgenomen.

27 maart 2020

752 
Ik help u graag verder
Xander Wynands
Partner
Meest gelezen
  • ‘Kopietje paspoort’
  • ‘Oude’ pandeigenaren versus nieuw...
  • ‘Recht op vergetelheid’ heeft geen...
  • “Als lekkerste getest” niet...
  • “Detachering” leerling is verwijdering